Dividendbeleggen vooralsnog populair

Sterke groei voor dividendfondsen, maar een rentestijging kan op termijn voor een trendbreuk zorgen

Jeffrey Schumacher, CFA 12 oktober, 2015 | 10:13
Facebook Twitter LinkedIn

Dividend is sinds jaren populair onder beleggers. De 35-jarige obligatiebullmarkt heeft de rentes en spreads naar historische dieptepunten gevoerd, waardoor er in de veilige staatsobligaties nauwelijks rendement meer te maken valt. Ook het geld parkeren op een spaarrekening zet – met de huidige rentetarieven - geen zoden aan de dijk. De zogenaamde search for yield dreef beleggers ertoe meer risico te nemen om de opbrengst van hun portefeuille te vergroten. Categorieën als bedrijfsobligaties, high yield obligaties, emerging markt debt en dividendaandelen hebben hier de afgelopen jaren sterk van geprofiteerd.

Consistente groei
Het totale beheerd vermogen in de Morningstar categorie Aandelen Wereldwijd Dividend steeg van EUR 13 miljard euro per augustus 2010 naar EUR 73,8 miljard euro per augustus 2015 (zie onderstaande grafiek). Een stijging van 466 procent in vijf jaar. Dit steekt sterk af tegenover de groei van het beheerd vermogen voor alle aandelencategorieën, die over dezelfde periode ongeveer 100 procent bedroeg. Van de groei in beheerd vermogen van 60,8 miljard euro in dividendfondsen komt 40 miljard euro door de toestroom van nieuwe beleggers. De overige 20,8 miljard euro is het gevolg van koersstijgingen. Van de 60 maanden waarin de totale instroom van 40 miljard euro is gerealiseerd, is er in slechts vier maanden sprake geweest van een netto-uitstroom, wat aangeeft dat de trend naar dividend zeer consistent is geweest. Feit is echter wel dat deze vier maanden van netto-uitstroom allemaal in 2015 plaatsvonden, wat een indicatie kan zijn dat beleggers terughoudender worden met dividendaandelen.

Klik op het plaatje voor een grotere weergave.

Grote dividendfondsen
De dividend-trend zorgde ervoor dat sommige fondsen explosief gegroeid zijn en dat een aantal fondshuizen dividendgeoriënteerde fondsen lanceerden om op de vraag van beleggers in te spelen. De 40 miljard euro aan nieuw geld is echter grotendeels naar een beperkte groep fondsen gegaan, waar DWS Top Dividende en M&G Global Dividend een hoofdrol hebben opgeëist. Vijf jaar geleden bedroeg het beheerd vermogen van DWS Top Dividende nog 4,8 miljard euro, maar als gevolg van de aandelenhausse en een totale instroom van 4,9miljard euro, is het fondskapitaal opgelopen naar 13,5 miljard euro per augustus 2015. M&G Global dividend zag over dezelfde periode 5,9 miljard euro instromen, wat een belangrijke factor was waardoor het fondsvermogen groeide van 404 miljoen euro per september 2010 tot 8,9 miljard euro per augustus 2015. Deze twee fondsen hebben zich gezamenlijk 27 procent van de instroom en 30 procent van het beheerde vermogen van de Morningstar categorie Aandelen Wereldwijd Dividend toegeëigend. Hiermee staan de fondsen in de top-5 grootste actief beheerde aandelenfondsen die in Nederland verkrijgbaar zijn. De top-5 in Nederland verkrijgbare dividendfondsen ziet er als volgt uit:

Blockbusters zien uitstroom
Over de afgelopen 12 maanden gemeten heeft Schroder ISF Global Dividend Maximiser met EUR 1,9 miljard euro het meeste geld aangetrokken (zie onderstaande tabel). Ook DWS Top Dividende en Pioneer Funds Global Equity Target Income staan in de top-5 fondsen met de grootste instroom. Opvallend zijn de cijfers voor M&G Global Dividend en Fidelity Global Dividend. De fondsen die tot de grotere dividendfondsen behoren, hebben over 1 jaar gemeten relatief forse uitstroom gezien. Fidelity zag EUR 375 miljoen euro netto-uitstroom, terwijl beleggers M&G Global Dividend de rug toekeerden en 2,9 miljard euro uit het fonds onttrokken. Van Nederlandse bodem is de uitstroom bij Kempen Global High Dividend opvallend. In totaal vloeide er 310 miljoen euro weg. Dit is mede het gevolg van de sluiting van het fonds, waardoor beleggers alleen nog geld konden onttrekken en nieuwe beleggers niet konden toetreden. Sinds januari 2015 is het fonds weer (semi) opengesteld voor nieuwe beleggers. De onderstaande tabel toont de top-5 fondsen met de grootste instroom gemeten over 1 jaar.

Rentestijging kan populariteit dividend bedreigen
Hoewel de populariteit van dividendbeleggen ontegenzeggelijk sterk is geweest, kan een oplopende rente ervoor zorgen dat de interesse van beleggers voor dividendaandelen verminderd. Hoewel niet verwacht wordt dat de rente agressief verhoogd gaat worden, kan een renteverhoging van de Fed het startsignaal zijn van een draai in de vraag naar dividendaandelen in de komende jaren.

Een belangrijke aanjager voor dividendaandelen is hun relatief hoge dividendrendement ten opzichte van het effectieve rendement (yield) op obligaties of de rente op een spaarrekening. In Europa is het dividendrendement van de MSCI Europe index sinds het uitbreken van de crisis in 2008 bijna structureel hoger geweest dan de yield op 10-jarige Duitse staatsobligaties. Vanaf 2010 schommelt het dividendrendement tussen 3-4 procent. Tegelijkertijd heeft de vlucht naar veiligheid geleid tot een scherpe daling van de yield op Duits staatspapier naar uiteindelijk een laagterecord van 7 basispunten in april 2015. Sindsdien is de yield echter hard opgelopen richting 1 procent, om vervolgens tot het huidige niveau van 0,65 procent te manoeuvreren. Hoewel het verschil van 2,85 procentpunt in yield Europese dividendaandelen nog steeds erg interessant maakt, heeft de stijgende obligatie-yield wel iets van dit voordeel afgesnoept. Kijken we naar de jaren voor de kredietcrisis, dan zien we dat de situatie vaak omgekeerd was en het effectieve rendement op een 10-jarige Duitse staatsobligatie meestal hoger lag dan het dividendrendement van de MSCI Europe. Hoewel er nog een marge zit tussen het rendement van een echte dividendportefeuille en een brede marktindex (het huidige gemiddelde dividendrendement van actieve Europese dividendfondsen bedraagt 4,2 procent tegenover 3,5 procent voor de MSCI Europe), kan een stijging van de obligatie-yield een bedreiging vormen voor de vraag naar dividendaandelen.

Dividendrendement (DY) versus obligatierendement (BY) in Europa:

Klik op het plaatje voor een grotere weergave.

Hetzelfde beeld zien we in Amerika wanneer we het dividendrendement van de S&P 500 afzetten tegenover de yield op 10-jarige Amerikaanse staatsleningen. Sinds 2008 is het verschil in yields veel kleiner geworden en er zijn zelfs perioden geweest waarin het dividendrendement van de S&P 500 hoger was dan de yield op staatsobligaties. Dit was voor het laatst in 1958 het geval. In de periode daartussen lagen obligatie-yields structureel hoger dan het dividendrendement. Een einde van de 35-jarige obligatiebullmarkt kan tevens het startsignaal geven voor het afbouwen van dividendposities wanneer het verschil in yield weer oploopt tot het historisch gemiddelde (2,5% in het voordeel van obligaties).

Dividendrendement (DY) versus obligatierendement (BY) in Amerika:

Klik op het plaatje voor een grotere weergave.

TAGS
Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Jeffrey Schumacher, CFA  is fondsanalist bij Morningstar Benelux

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten