Beleggingsfonds van de week: Man GLG Japan CoreAlpha Equity

De historische renteverlaging door de Japanse centrale bank van afgelopen week vestigt de aandacht op Japan. Daarom kijken we deze week naar Morningstars favoriete fonds voor Japanse aandelen.

Robert van den Oever 04 februari, 2016 | 10:30
Facebook Twitter LinkedIn

Man GLG Japan CoreAlpha Equity I EUR Acc in het kort:

Morningstar Analyst Rating: Gold
Morningstar Rating: ****
Beheerteam: Positive
Fondshuis: Neutral
Beleggingsproces: Positive
Rendement: Positive
Kosten: Neutral 

Man GLG Japan CoreAlpha Equity I EUR Acc

De historische rentestap van de Japanse centrale bank van afgelopen vrijdag was een grote verrassing voor de financiële markten. De centrale bank heeft de rente verlaagd naar negatief terrein: -0,1%. Japanse banken die geld stallen bij hun centrale bank moeten daar dus geld voor gaan betalen.

Er is de gouverneur van de Japanse centrale bank, Haruhiko Kuroda, alles aan gelegen om de inflatie weer op te krikken. Hij streeft naar zo’n 2%. Want Japan is zo ongeveer synoniem met de problematiek rond deflatie. Ook in Europa worden centrale bankiers de laatste tijd redelijk nerveus over de aanhoudende dreiging van deflatie, want de inflatie blijft maar laag als gevolg van de lage economische groei.

Stimulans voor aandelen
De renteverlaging in Japan betekent een stimulans voor de aandelenmarkten aldaar en daarom kijken we deze week naar een aandelenfonds dat zich richt op Japan: het Man GLG Japan CoreAlpha I EUR Acc. Dit fonds is een van Morningstars favoriete Japanse aandelenfondsen.

Het fonds wordt beheerd door een ervaren team. Stephen Harker leidt het en wordt bijgestaan door twee ervaren beheerders: Neil Edwards en Jeffrey Atherton. Alledrie hebben ze meer dan 20 jaar beleggingservaring, vooral in Japanse aandelen. In juni 2014 werd Adrian Edwards aangenomen om het team te versterken.

Tegendraadse filosofie
Het proces is goed verankerd en gebaseerd op een tegendraadse filosofie. De beheerders hanteren een streng, herhaalbaar proces dat is gebaseerd op hun uitgebreide kennis van de Japanse markt. Ze zoeken naar bedrijven die ten opzichte van hun rivalen ondergewaardeerd lijken en ze geven daarbij de voorkeur aan kwaliteitsbedrijven met een dominante positie in hun sector en een sterk management. Daarbij speelt de benchmark voor hen een ondergeschikte rol.

Dit proces wordt consequent toegepast en heeft het voor het team mogelijk gemaakt om een aanzienlijke hoeveelheid activa te beheren. We appreciëren hun bereidheid de fondsen af te sluiten om de belangen van de bestaande beleggers te handhaven.

De focus op waardebedrijven, de langetermijnhorizon en de agnostische houding ten opzichte van de benchmark, betekenen dat de portefeuillepositionering van het fonds aanzienlijk afwijkt van die van zijn categoriegenoten en van de Topix-index. Eind oktober 2015 behield het fonds in vergelijking met zijn categoriegenoten en de index een grote overweging in financiële aandelen, vooral van banken.

Risico op sterk variërende resultaten
Dit brengt risico's met zich mee en beleggers moeten er rekening mee houden dat de resultaten soms kunnen variëren. Zo waren sinds 2006 de prestaties van het fonds te danken aan actieve posities en een voorkeur voor largecaps. Hoewel het rendement totaal genomen sterk was, zijn er ook zwakkere periodes geweest, zoals in 2011.

Het fonds combineert een ervaren team met een goed ingeburgerd proces dat volgens ons de langetermijnbeleggers zal belonen. Morningstar handhaaft de rating Gold.

Uitgebreide toelichting:

Fvd W week 5 grafiek vrijstaand juiste

(klik op grafiek voor groter formaat)

Beheer
Het beheerteam achter dit fonds is een van de meest ervaren teams uit de sector. Stephen Harker en Neil Edwards beheren de in het Verenigd Koninkrijk gevestigde versie van dit fonds sinds januari 2006, en zij werden begin 2011 in hun onderneming versterkt door de komst van Jeffrey Atherton. Het trio kan bogen op een gemiddelde beleggingservaring van meer dan twintig jaar.

Harker is al sinds 1983 actief op het gebied van Japanse aandelen, toen hij tien jaar lang aan het roer stond van het Prudential Japanese Trust. Vervolgens beheerde hij tien jaar lang kapitaal van particuliere cliënten bij TCW London International (in 2001 overgenomen door SGAM). Hij keerde in 2006 terug naar de retail met de oprichting van de Japan CoreAlpha-franchise bij SGAM, die in 2009 door GLG werd overgenomen.

Edwards trad in februari 2005 in dienst bij Harker en heeft ervaring in het beheer van Britse en Japanse aandelen. Atherton, die nog eens 20 jaar ervaring in Japanse aandelen aan het team toevoegt, maakte deel uit van het team van Harker bij TCW.

Het trio maakt optimaal gebruik van een stevig verankerd netwerk van lokale contacten, dat ze in de loop van 25 jaar hebben opgebouwd. De aanstelling van de jongere Adrian Edwards in juni 2014 zorgt voor extra ondersteuning van het team en helpt het gevaar tegen te gaan dat alles te veel zou aankomen op één sleutelfiguur.

Fondshuis
Tot de overname van SGAM in april 2009, stond GLG voornamelijk bekend om zijn hedgefondsstrategieën. Via SGAM heeft GLG zijn activabasis van long-only posities aanzienlijk versterkt. GLG is vervolgens in het vierde kwartaal van 2010 overgenomen door MAN Group. Vanuit het standpunt van GLG heeft die transactie zijn distributienetwerk significant versterkt, voornamelijk in Azië. Vanuit het standpunt van MAN werd het productassortiment verbeterd.

In het algemeen vinden we de diepte en de breedte van de middelen van GLG en de beleggingscultuur die gekenmerkt wordt door zowel samenwerking als transparantie, bemoedigend. Deze samenwerking wordt mogelijk gemaakt door de innovatieve IT- en handelsplatformen van GLG. Bij GLG is de vergoeding van fondsbeheerders gebaseerd op het rendement van hun fondsen over twaalf maanden, en ontvangen zij een deel van de prestatievergoedingen.

In het algemeen zijn wij positief ingesteld tegenover fondsen met een prestatievergoedingsstructuur; naar onze mening helpt dat om de belangen van de beheerders te harmoniseren met die van de beleggers. Niettemin zouden we liever zien dat het rendementsgebonden gedeelte van de bonus een langere periode bestrijkt, aangezien fondseigenaars op lange termijn beleggen. De TER van de aandelenfondsen die van SGAM zijn overgenomen, stemmen overeen met het gemiddelde van hun respectievelijke categorieën.

Proces
Het beleggingsuniversum bestrijkt de grootste 300 aandelen in de TOPIX; twee derde daarvan bevindt zich doorgaans onder de large-caps in de Morningstar Style Box, de rest zijn meestal mid-caps. Ze volgen een relatieve-waardebenadering en gaan uit van een kwantitatief screeningproces om potentiële prijsafwijkingen te identificeren. Het screeningproces houdt rekening met factoren als koers/boekwaarde en dividendopbrengst.

Vervolgens voeren ze een kwalitatieve beoordeling uit van de aandelen die aantrekkelijk gewaardeerd lijken in verhouding tot hun concurrenten en hun sectorgemiddelde, om de redenen voor de prijsafwijking te trachten te achterhalen. Hun voorkeur gaat voornamelijk uit naar kwaliteitsbedrijven met een dominante positie in hun sector en een sterk management. De lange ervaring van het trio is een duidelijk voordeel, gezien het geringe verloop onder bedrijfsleiders in Japan, en het heeft hen bewust gemaakt van hun persoonlijke sterke en zwakke punten en geloofwaardigheid.

Het team beoordeelt voortdurend de verwachte waarde in hun huidige participaties ten opzichte van nieuwe ideeën en nemen winst op hun winnaars om nieuwe aankopen te financieren. De beheerders dekken hun valutarisico niet af, maar wel zien ze nauw toe op de blootstelling van het fonds aan ondernemingen die wellicht invloed zullen ondervinden van veranderingen in de waarde van de yen, met name exporteurs.

Prestaties
De in het VK gevestigde tegenhanger van dit fonds (de geschiedenis van deze Ierse tegenhanger gaat slechts terug tot begin januari 2010) heeft op gecumuleerde basis ruim bovengemiddeld gepresteerd: een netto jaarrendement van 5,3% is goed t.o.v. het gemiddelde rendement van de Morningstar categorie Aandelen Japan Large-Cap van 1,4%.

Gezien het bottom-up proces was het te verwachten dat vooral de aandelenselectie tot de bovengemiddelde prestatie heeft geleid, met als grootste bijdragende factor de selectie van bedrijven in elektronische apparaten. Weinig sectoren beknotten de prestatie.

Deze sterke relatieve prestaties werden wel verwezenlijkt met een hoge variabiliteit ten opzichte van de index en zijn categoriegenoten. Elk kalenderjaar tussen 2006 en 2010 heeft het in het VK gevestigde fonds het ruim beter gedaan dan het categoriegemiddelde (met dubbele cijfers in 2008 en 2009) en het is ook elk jaar in het beste kwartiel geëindigd.

Het fonds heeft in 2011 en 2012 wel minder dan gemiddeld gepresteerd. De Britse en Ierse versies van het fonds vertonen vergelijkbare rendementskenmerken. Hogere relatieve volatiliteit is wat we zouden verwachten gezien de waardevoorkeur. Sinds 2011 hebben large-cap waardeaandelen in Japan het vooral minder goed gedaan, zodat de stijl tegenwind heeft gekregen. 2015 is hiervoor een beter jaar, terwijl ook de aandelenselectie sterk was dankzij de langdurige positie in Nintendo.

Kosten

De lopende kosten van het fonds liggen rond de mediaan voor de Morningstar categorie Aandelen Japan Large-Cap.

Lees ook het fondsrapport van Man GLG Japan CoreAlpha Equity I EUR Acc.

Bekijk ook deze beleggingsfondsen in de Morningstar categorie Aandelen Japan Large-Cap, die voorzien zijn van een Morningstar Analyst Rating, afgezet tegen de benchmark. (klik op tabel voor vergroting).

Fvd W week 5 Japan tabel selectie M analyst rating vrijstaand

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Robert van den Oever  Robert van den Oever is research editor bij Morningstar in Amsterdam

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten