Passief is ook actief

Wie aan passief beleggen denkt, komt al snel uit bij ETF's. Deze vaak eenvoudige en transparante producten hebben als doelstelling om de prestaties van een bepaalde index zo nauwgezet mogelijk te volgen. Er komt dus geen actieve aandelenselectie, regio-allocatie of sectorvoorkeur bij kijken waar de managers van actieve fondsen hun hersens over kraken.

Jeffrey Schumacher, CFA 04 februari, 2016 | 9:14
Facebook Twitter LinkedIn

ETF's die fysieke replicatie toepassen zijn daarbij nog het meest recht-toe-recht-aan: ze kopen gewoon dezelfde aandelen met dezelfde wegingen als in de index die ze volgen. Passiever kun je het niet krijgen. Toch zijn ook deze ETF's niet altijd zo passief als ze misschien lijken. Iedere passieve belegging volgt namelijk een index, maar niet iedere indexbelegging is per definitie volledig passief.

Om deze stelling te illustreren, neem ik als voorbeeld een belegger die blootstelling wil naar Amerikaanse largecap-aandelen. Een belegging in de S&P 500 behoort dan tot de mogelijkheden. De S&P 500 index bestaat uit de 500 grootste Amerikaanse bedrijven gemeten naar marktkapitalisatie en is sinds 1957 één van de belangrijke graadmeters voor de Amerikaanse economie.

Steeds meer kritiek
Het is onder actieve beleggingsfondsen, indexfondsen en ETF's voor Amerikaanse largecap-aandelen ook de meest gehanteerde benchmark, dus vanuit die optiek is de S&P 500 index te definiëren als de standaardoptie voor beleggers in Amerikaanse aandelen. Voor passieve beleggers zijn er ETF's beschikbaar die deze index nauwgezet volgen. Een voorbeeld is de iShares CORE S&P 500 ETF, die de index volledig fysiek repliceert. De ETF koopt dus dezelfde aandelen als in de S&P 500 en geeft ze eveneens dezelfde weging als in de index. Er is hier dus sprake van een passieve belegging.

Hoewel de S&P 500 index vaak gezien wordt als de standaardoptie voor beleggers in Amerikaanse aandelen, is er de laatste jaren ook steeds meer kritiek op dit soort indices. Die kritiek concentreert zich op het wegingsmechanisme dat wordt gehanteerd. De weging van de aandelen in de traditionele S&P 500 index wordt gebaseerd op hun marktkapitalisatie. Dat betekent dat een bedrijf een zwaardere weging krijgt binnen de index naarmate het meer waard wordt. Het is een methodiek die voor veel meer indices wordt gehanteerd.

Nadruk op grote bedrijven
Sommige beleggers zien dit type indices echter als suboptimaal. Hun argument is dat marktkapitalisatie-indices de nadruk leggen op overgewaardeerde, grote en volwassen bedrijven. Hoe meer een bedrijf waard wordt, bijvoorbeeld door een relatief forse koersstijging, hoe zwaarder het gewicht wordt in de index. Waarom zou een bedrijf een grotere weging in de index moeten hebben alleen om het feit dat het meer waard is?

Guggenheim heeft net als iShares ook een S&P 500 ETF in het assortiment zitten. Deze ETF volgt echter niet de traditionele marktkapitalisatiegewogen S&P 500 index, maar een gelijkgewogen variant. De Guggenheim S&P 500 Equal Weight ETF kent alle 500 aandelen een basisgewicht toe van 0,20%. Heel transparant en het geeft een betere weerspiegeling van de prestaties van alle bedrijven in de index, omdat de dominantie van grote bedrijven teniet wordt gedaan door de gelijke wegingen.

De vraag is echter in hoeverre hier nog gesproken kan worden van een volledig passieve belegging. Het klopt dat de ETF van Guggenheim een index volgt, maar deze index wijkt zelf af van de standaardoptie die door beleggers het meest gebruikt wordt als benchmark voor Amerikaanse aandelen: de marktkapitalisatiegewogen, traditionele S&P 500 index.

Semi-actieve beleggingen
Het is een actieve keuze van beleggers om voor het afwijkende wegingsmechanisme van de gelijkgewogen index te kiezen. Dat maakt dat deze indexbelegging niet volledig passief is, iets dat we ook duidelijk terugzien in het verschil in rendement tussen de twee indices. Want de zwaargewichten in de S&P 500 deden het goed in 2015: Microsoft (+22,2%), General Electric (+26,9%), Facebook (+34,1%), Alphabet (+46,6%) en Amazon (+117,8%), en dat was beduidend beter dan het indexrendement van de traditionele S&P 500 dat uitkwam op 0,75% gemeten in Amerikaanse dollars.

Het zorgde ervoor dat de marktkapitalisatiegewogen S&P 500 index de gelijkgewogen S&P 500 index met ruime cijfers versloeg: 0,75% versus -2,78%. De semi-actieve belegging in een gelijkgewogen S&P 500 index leverde beleggers in 2015 dus een negatief rendement op van 3,53% ten opzichte van een volledig passieve belegging.

Wanneer we dit voorbeeld breder trekken, dan kunnen we stellen dat alle indices die een afwijkend wegingsmechanisme hanteren ten opzichte van de traditionele variant van een index die ze volgen, niet als volledig passief getypeerd kunnen worden. Dit betekent dat alle smart beta (of liever strategic beta) producten die de afgelopen jaren zijn gelanceerd, alleen in hun implementatie passief zijn. Door een op regels gebaseerd wegingsmechanisme (value, growth, dividend, low volatility,…) te hanteren veranderen ze van volledig passieve producten naar semi-actieve beleggingen. En actieve beleggingen kunnen een duidelijk afwijkende performance genereren ten opzichte van echt passieve producten, zo laat ons voorbeeld heel duidelijk zien.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Jeffrey Schumacher, CFA  is fondsanalist bij Morningstar Benelux

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten