Fonds van de Week: Loomis Sayles Global Opportunistic Bond

Na de kanteling in de obligatiemarkt eind vorig jaar is het belangrijk om een obligatiefonds van hoge kwaliteit te kiezen. Deze week kijken we naar Loomis Sayles Global Opportunistic Bond Fund, een obligatiefonds met een flexibele benadering.

Robert van den Oever 02 februari, 2017 | 9:06
Facebook Twitter LinkedIn

Loomis Sayles Global Opportunistic Bond Fund in het kort

Morningstar Analyst Rating: Bronze
Morningstar Rating: ***
Beheerteam: Positive
Fondshuis: Neutral
Beleggingsproces: Positive
Rendement: Neutral
Kosten: Negative

Loomis Sayles Global Opportunistic Bond Fund

De laatste maanden is de obligatiemarkt gekeerd. Na een periode van sterke verschuiving van geldstromen vanuit aandelen naar obligaties stokte die trend onder invloed van de ontwikkelingen in de Verenigde Staten: de renteverhoging door de Fed en de verkiezing van Donald Trump tot president. Dat stuwde de rendementen op, waardoor obligaties duurder werden en bovendien kregen de aandelenmarkten een boost, zodat daar weer geld heen ging. In dat klimaat is het selecteren van een goed obligatiefonds dus belangrijk.

Deze week lichten we Loomis Sayles Global Opportunistic Bond uit het aanbod aan wereldwijde obligatiefondsen. Dit fonds beschikt over een ervaren groep beheerders, een solide ondersteunend team van analisten en bovendien is het beleggingsproces ook solide, vat Morningstar-analist Shannon Kirwin samen.

De positionering stoelt op de vooruitzichten van de staatsobligaties- en rentecurveteams van Loomis Sayles, evenals op een robuuste effectenselectie en prima valutabeheer, aldus de analist. Het fonds belegt in een brede waaier van landen en sectoren. Het proces staat een aanzienlijke flexibiliteit toe, en soms is het fonds sterk geconcentreerd in bepaalde marktsegmenten. Door de lage waarderingsniveaus belegden de beheerders meer dan de helft van de activa in 2008 bijvoorbeeld in bedrijfsobligaties. Sindsdien is de portefeuille vrij goed gediversifieerd gebleven, op een conservatiever niveau dan in het verleden.

Over drie en vijf jaar zijn de rendementen van het fonds nog steeds middelmatig, maar het ervaren managementteam en zijn flexibele benadering zijn volgens analist Kirwin precies wat het fonds nodig heeft om de concurrentie op lange termijn te verslaan. Ondanks de bovengemiddelde kosten bevestigt Kirwin de Morningstar Analyst Rating van Bronze.

Uitgebreide toelichting

Fvd W week 5 Loomis Sayles Gbl Opp Bd grafiek vrijstaand

(klik op grafiek voor vergroting)

Beheerteam
David Rolley en Ken Buntrock zijn sinds 2000 medebeheerders van dit fonds en zijn Amerikaanse tegenhanger Loomis Sayles Global Bond (rating: Bronze). Lynda Schweitzer werd in 2007 medebeheerder, nadat zij een aantal jaar als analist en trader werkte. In december 2014 werd Scott Service, een senior credit analist die de bedrijfsobligaties beheert, bevorderd tot medebeheerder.

De beheerders bepalen zowel de assetallocatie van de portefeuille als de positionering in valuta’s, landen, rente en bedrijfsobligaties. Twaalf analisten, waaronder acht gewijd aan staatsobligaties, maken het team compleet.

De beheerders putten uit de expertise van andere groepen binnen Loomis Sayles: het uitgebreide creditonderzoeksteam, de groep voor geëffectiseerde producten en ongeveer 12 analisten uit de groep Kwantitatief Onderzoek en Risicoanalyse, geleid door David Waldman. Sinds het aantreden van CIO vastrentende beleggingen Jae Park in 2002 zijn de beschikbare middelen voor de risicomanagement- en macro-economische analysecapaciteiten sterk uitgebreid. Ook is een comitéstructuur opgezet om de interactie tussen de portefeuillebeheerteams te verdiepen.

Wij waarderen dat Rolley, Buntrock en Schweitzer persoonlijk in het fonds beleggen, wat helpt om hun belangen af te stemmen op die van de beleggers. Gezien de grote ervaring van de beheerders en het veelzijdige analistenteam krijgt het fonds een positieve People rating.

Fondshuis
Natixis Global AM is de vermogensbeheerder van Natixis. Het omvat een groot aantal gelieerde ondernemingen die geleidelijk werden overgenomen en die qua werking en beleggingsfilosofie heel wat autonomie hebben behouden. Het gaat onder andere om Harris Associates en Loomis Sayles in de Verenigde Staten, IDFC in India en Natixis AM in Frankrijk, de grootste dochteronderneming qua vermogen. De laatste overname was de kleinschalige Franse vermogensbeheerder DNCA, die eind juni tot de rangen zal toetreden.

We verwachten niet dat dit gevolgen zal hebben voor de goede beleggingscultuur bij DNCA, maar de beheerskosten zijn er wel te hoog. Er zijn tussen de entiteiten van NGAM namelijk grote verschillen qua resultaten en beleggingscultuur. Zo zijn de resultaten van de teams bij Loomis Sayles en Harris Associates uitstekend te noemen, wat ook geldt voor de manier waarop met de beleggers wordt gecommuniceerd. We betreuren echter dat de kosten die Europese en Aziatische beleggers worden aangerekend veel hoger liggen dan voor beleggers in de Verenigde Staten.

De resultaten van Natixis AM zijn daarentegen veel meer gemengd en de teams zijn er minder stabiel. De maatschappij heeft zich ook al van zijn opportunistische kant laten zien door vele formulefondsen te introduceren die door de beleggers vaak niet goed worden begrepen en waarvoor momenteel een controleprocedure van de Franse toezichthouder, de AMF, loopt.

Proces
De beheerstijl van het fonds is sinds 2000 consequent toegepast; de positionering stoelt op de vooruitzichten van de staatsobligaties- en rentecurveteams van Loomis Sayles. Het beleggingsteam gaat opportunistisch te werk, jaagt op koopjes, en zet zwaar in op sectoren, landen of valuta’s waar lage waarderingen lonken. Het fonds houdt echter een gematigder profiel aan en blijft dichter bij de benchmark, de Bloomberg Barclays Global Aggregate Index, als het team de waarderingen te hoog en de valuta-exposure te riskant vindt.

Het fonds is meer op bedrijfsobligaties gericht dan veel concurrenten, en kan maximaal 20% van het vermogen in high yield effecten beleggen. Valutabeheer is een essentieel onderdeel van de fondsstrategie. Over- of onderwegingen van 5 tot 10 procentpunten ten opzichte van de index zijn niet ongewoon, evenals een blootstelling van 15% tot 25% aan valuta’s van opkomende markten (de limiet is eenderde van het vermogen).

Het meer gedurfde credit-profiel en de blootstelling aan niet-dollar valuta's kan leiden tot volatiele prestaties, vooral in risicoaverse markten. Het fonds is dan ook geen veilige haven; het is gericht op inkomen en totaal rendement, en de beleggers moeten bereid zijn de moeilijke perioden die het soms kent, uit te zitten. Op lange termijn heeft het team de flexibiliteit van het mandaat goed gebruikt.

Rendement
Het fonds heeft de laatste jaren gemengde resultaten behaald. Toen de beheerders inzetten op bedrijfsobligaties schoot het fonds na de financiële crisis van 2008 naar de top van zijn categorie, maar tussen 2011 en eind 2015 liep het vooral achter op categoriegenoten. Dat komt deels omdat het team in het recente lagerenteklimaat voorzichtiger is geworden, wegens het minder interessante risico-rendementsprofiel van de markt met zijn lage rente.

De tracking error van het fonds tegenover de benchmark bereikte in 2009 een piek van 8 procent, maar is sinds 2013 onder de 3 procent gebleven. Het beperktere risicoprofiel was niet de enige reden voor zijn achterstand; tijdens de onrust over de afbouw van de kwantitatieve verruiming in 2013 was de blootstelling van het fonds aan valuta's van opkomende markten van 7 procent ook nadelig.

Maar dankzij de recente beproevingen van de energiesector kan het team weer laten zien wat het in zijn mars heeft. De overweging in 2015 in zwaar getroffen olie-en-gasnamen bleek een pijnlijke beslissing aangezien de prijzen dat jaar bleven dalen. Maar toen de sector in 2016 herleefde, belandde het fonds in het bovenste kwartiel van zijn categorie.

Het doet ons plezier dat het team door een zorgvuldige selectie weer positieve rendementen behaalt, maar aangezien de rendementen van het fonds over 5 en 10 jaar nog steeds gemiddeld zijn voor zijn categorie (en achterblijven bij de benchmark), behoudt het voorlopig de performancerating Neutral.

Kosten
De lopende kosten van het fonds bedragen 0,90% en daarmee liggen ze een stuk boven de mediaan van 0,66% voor wereldwijde obligatiefondsen die aan particulieren worden verkocht in de rebatevrije aandelenklasse die geldt voor de Nederlandse markt. Dit verschil tot de mediaan vormt een struikelblok voor de prestaties en levert het fonds een negatieve rating op voor de kostenstructuur.

Lees meer

Bekijk voor meer informatie de overzichtspagina van Natixis International Funds / Loomis Sayles Global Opportunistic Bond Fund I/A (USD). Daar vindt u onder andere het fondsrapport over dit fonds.

Bekijk ook deze beleggingsfondsen in de Morningstar categorie Obligaties Wereldwijd, die voorzien zijn van een Morningstar Analyst Rating, afgezet tegen de categorie benchmark en gerangschikt naar rendement over 2016:

Fvd W week 5 Loomis Sayles Gbl Opp Bd tabel vrijstaand

(klik op tabel voor vergroting)

Bekijk ook eerdere Fondsen van de Week:

- Man GLG Japan CoreAlpha

Pimco GIS Euro Bond Fund

NN Duurzaam Aandelen Fonds

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Robert van den Oever  Robert van den Oever is research editor bij Morningstar in Amsterdam

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten