Amerikaanse economie beter gepositioneerd dan andere economieën

Wat zijn de gevolgen van de Europese staatsschuldencrisis en de vertragende Chinese economische groei voor de Amerikaanse economie.

Robert Johnson, 05 januari, 2012 | 11:16
Facebook Twitter LinkedIn

In het artikel Morningstar’s vooruitzicht voor de Amerikaanse economie gaf Bob Johnson aan dat hij dit jaar meer upside dan downside verwacht voor de Amerikaanse economie. In dit vervolgartikel gaat de Morningstar-econoom specifieker in op onder andere de gevolgen van de Europese staatsschuldencrisis en de vertragende Chinese economische groei voor de Amerikaanse economie.

Ondernemingen bevreesd ondanks toenemende particuliere consumptie
Een andere potentiële positieve trend in het licht van een toch wel behoorlijke particuliere consumptie is de voorzichtige instelling van bedrijven en de lage voorraadniveaus. Het lijkt alsof de Amerikaanse managers zich veel meer zorgen maken over Europa en de globale economie dan de Amerikaanse consument. Recente berichten van Oracle en Accenture lijken aan te geven dat ondernemingen voorzichtigheidshalve kostenbesparingen op software overwegen.

Managers lijken de voorraden ook volledig op te gebruiken. Met een vertraging van de consumentenvraag voor ogen waren de voorraden namelijk een belangrijk negatief element voor de bbp-groei in het derde kwartaal van 2011. Het ziet er daarentegen naar uit dat Amerikaanse consumentenbestedingen aan het stijgen zijn. De consument lijkt 'uitbezuinigd' en kan bepaalde aankopen, met name auto's, niet langer uitstellen. Volgens mij brengt deze asymmetrische wereld zichzelf weer in balans door de behoefte aan meer productie in zowel de Verenigde Staten  als andere wereldeconomieën die in 2012 naar de VS exporteren.

Kunnen de ondernemingen een Amerikaanse groeiversnelling wel aan?
De meeste economen maken zich zorgen over Europa, schuldafbouw en trage economische groei. Persoonlijk maak ik me echter meer zorgen over ondernemingen die niet aan de nieuwe vraag zouden kunnen voldoen indien de economie effectief een grootschaliger herstelbeweging inzet. Gesloten fabrieken, verlaagde personeelsbezettingen en uitgeputte voorraden laten niet veel ruimte voor opwaartse groei, als die er komt. De Japanse automobielindustrie werd in één jaar tijd wel tweemaal getroffen door problemen in de bevoorradingsketen (de tsunami in Japan en de overstromingen in Thailand zes maanden later).

Zelfs de pc-sector (en dus ook de sector van de halfgeleiders) werd door de Thaise problematiek door elkaar geschud. De gevaren van minimale voorraden en productie door één bron en in één regio werden het voorbije jaar akelig duidelijk. Hoewel ik niet verwacht dat dit snel zal veranderen, moet ik wel geloven dat de aan de bevoorradingsketen verbonden kwesties de volgende jaren opnieuw zullen bekeken moeten worden.

Europa blijft zorgen baren
Risico's blijven echter bestaan. Het lijdt geen twijfel dat de Europese staatsschuldencrisis de beleggers voortdurend bezighoudt. Het probleem schuilt niet zozeer in verlaagde Europese groeivooruitzichten en bezuinigingen die de wereldwijde groei in de kiem zouden smoren. De bezorgdheid heeft wel te maken met het gevaar dat de crisis het wereldwijde financiële systeem totaal zou kunnen verwoesten.

Amerikaanse export naar Europa is goed voor maar 3 procent van het Amerikaanse bbp en daarvan is een groot gedeelte bestemd voor basisbenodigd­heden die nergens anders kunnen worden gekocht. Met een leningennetwerk waarin Europese banken aan overheden lenen, en waarin die overheden de fondsen op hun beurt weer aan de ondergekapitaliseerde banken uitlenen, kan het falen van één schakel een flinke hap uit het Europese bankensysteem nemen.

Het probleem is dat niemand de relatief ondoorzichtige balansen van Europese banken kan doorgronden. Het is voor mij of wie ook dus moeilijk om beleggers op dit gebied gerust te stellen. Ondoorzichtigheid en afhankelijkheid van onderlinge leningen van dit kaliber vormden in 2008 een potentieel kleinschalige recessie in de Verenigde Staten nagenoeg om tot een wereldwijde econo­mische catastrofe.

Chinese vertraging: jammer voor sommigen, maar mogelijk goed nieuws voor de VS
Ook China blijft zonder twijfel een heet hangijzer nu de groei er mondjesmaat afneemt en de bouw­sector terugkomt op zijn halsbrekende tempo. Vertraging betekent slecht nieuws voor Europa, Australië en mogelijk Brazilië, die op grote schaal exporteren naar China. Het is ook slecht nieuws voor veel vooraanstaande producenten van kapitaalgoederen in de VS, maar globaal bekeken vertegenwoordigt China een nog kleiner gedeelte van het Amerikaanse bbp dan Europa. Bovendien kan een groeivertraging in China voor significant lagere grondstoffenprijzen zorgen, met name in de VS. Dat zou overigens goed nieuws zijn voor de lagere Amerikaanse consumentenklasse, die door de stijgende grondstoffenprijzen in 2011 hard werd getroffen.

Regelgeving blijft veel sectoren beïnvloeden
Regelgeving is een ander risico dat beleggers in acht moeten nemen. Ik benader deze kwestie met enige terug­houdendheid omdat de opmerkingen over regelgeving in mijn recentste kwartaalbericht meer negatieve commentaren losmaakten dan welk ander artikel dat ik ooit bij Morningstar heb gepubliceerd. Voorlopig spreek ik dus geen oordelen uit over regelgeving die doorgaans te zwak/strikt was/is en gebruik ik in plaats daarvan het predicaat 'impactvol'.

Een vluchtige inzage van de sectorvooruitzichten van Morningstar’s aandelenanalisten toont regelgeving/overheidsinvloed in nagenoeg elke publicatie. Het nutsbedrijventeam vermeldt nieuwe toekomstige emissieprotocollen. Het gezondheidszorgteam heeft het over lagere betalingen aan verpleeghuizen en mogelijke besparingen op het gebied van doktersbehandelingen onder Medicare (Amerikaanse ziektekostenverzekering). Zelfs ons industrieteam heeft het over de potentiële gevolgen van een langdurige daling van het defensiebudget. Dat komt bovenop de Dodd Frank-wetgeving en de onderbreking van de pijplijn, die ik in mijn recentste vooruitzichten vermeldde.

Eén lichtpuntje is dat Boeing het arbeidsgeschil met zijn fabriek in Zuid-Carolina heeft opgelost en daarmee de productie van de Dreamliner in de laatste drie maanden heeft veilig kunnen stellen. Desalniettemin misten het dispuut en de tussenkomst van de Labor Relations Board hun gehoopte doel niet, waarbij elke producent wel even stil moest staan bij de gevolgen alvorens de productie naar een zogenaamde right-to-work state (staat zonder verplicht lidmaatschap van een vakbond) te verhuizen. Nogmaals, hiermee spreek ik geen waardeoordeel uit over de al dan niet gunstige kant van deze zaak op lange termijn, alleen dat beleggers overheidsmaatregelen werkelijk nauwlettend in de gaten moeten houden.

Mondige consument kan de winstgroei schaden
Ik durf ervan uit te gaan dat de bedrijfsmarges geërodeerd kunnen worden door consumenten die het almaar meer voor het zeggen krijgen. Consumenten, misschien met uitzondering van de meest welvarende, nemen het met hand en tand op tegen elke prijsstijging. Het recentste voorbeeld betreft de banksector, waar een verschuiving van het particuliere klantenbestand verschillende grootbanken ertoe verplichtte om voorgestelde verhogingen van vergoedingen voor betaalpassen te annuleren.

Een ander voorbeeld van de gevoeligheid van consumenten voor prijzen is de markt voor benzine, die drie kwartalen na elkaar een dalende verkoop zag als gevolg van de stijgende prijzen. Toen de prijzen in de loop van het derde kwartaal opnieuw daalden, lieten de volumes ook een bescheiden stijging optekenen. De verkoop van auto's en kleding toonde zich ook onderhevig aan prijsstijgingen en -dalingen.

Europa zal de grote ondernemingen harder treffen dan het Amerikaanse bbp
De Amerikaanse bbp-groei zou wel eens aan de zwaarste gevolgen van de Europese vertraging kunnen ontsnappen, maar dat geldt niet voor de Amerikaanse multinationals. Veel van deze ondernemingen halen 20 tot 40 procent van hun omzet uit Europa. Aangezien vele van deze goederen in Europa of in andere niet-Amerikaanse markten worden geproduceerd, worden deze niet meegenomen in de berekeningen van het Amerikaanse bbp en dragen ze evenmin direct bij tot de Amerikaanse tewerkstellingsgraad.

Daarom zou een zwak Europa een significante impact op de Amerikaanse bedrijven kunnen hebben, ook al maakt het geen verschil in het groeitempo van het Amerikaanse bbp. Dit is precies het tegenovergestelde van wat we over de voorbije jaren hebben gezien, toen de omzetgroei en winsten van S&P 500-bedrijven het groeitempo van het Amerikaanse bbp deden verbleken.

Luidt een uniform conservatisme betere tijden in?
De aandelenanalisten van Morningstar springen erg behoedzaam om met de vooruitzichten voor de diverse sectoren (die later op deze website worden gepubliceerd). Onze analisten spitsen hun beste beleggingsideeën dan ook toe op conservatieve, goed beheerde ondernemingen met brede economische slotgrachten (concurrentievoorsprongen). Die benadering is best zinvol in het licht van het grote Europese vraagteken dat moet opwegen tegen een verlangen naar blootstelling aan de aandelenmarkten (gezien de miezerige percentages in de obligatie- en geldmarkten vandaag).

Hier voeg ik weliswaar aan toe dat zodra iedereen dezelfde graad van behoedzaamheid in acht neemt, de tijd rijp is voor een opwaartse verrassing vanwege de aandelenmarkten. Bovendien lijkt de Amerikaanse economie mij wellicht beter gepositioneerd dan de meeste andere wereldeconomieën. De groei versnelt er zelfs terwijl Europa in een recessie vervalt en de groei in Aziatische economieën vertraagt tot een bescheidener tempo.


Outlook 2012
Dit artikel maakt deel uit van een serie over Morningstar's vooruitzicht voor 2012. Lees ook:

Nieuwe ronde, nieuwe kansen!

Morningstar’s vooruitzicht voor de Amerikaanse economie

Verwachtingen voor de aandelenmarkt

Beleggingsfondsen met een gouden horizon

Pas op voor deze beleggingsfondsen 

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

 

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten