Waarom hedge fund-ETFs zin hebben

Veel hedge funds hanteren redelijk gestandaardiseerde strategieën die kunnen worden nagebootst door ETFs. ETFs kunnen het hedge funds universum wel eens net zo opschudden als eerder de traditionele actieve beleggingsfondsen.

Alastair Kellett 18 september, 2012 | 13:29
Facebook Twitter LinkedIn

In de afgelopen twee decennia schudde de opkomst van passieve strategieën voor aandelen- en obligatieportefeuilles het beleggingsfondsenuniversum op. ETFs hebben de manier van beleggen veranderd en de manier waarop traditionele fondsbeheerders worden gepercipieerd, geëvalueerd en gecompenseerd. Op dezelfde wijze is er nog veel meer ruimte voor passief beheer om een impact te hebben op hedge funds.
Zonder benchmark en correlatie kunnen hedge funds een premie voor hun werk vragen. Het typisce hedge fund rekent een jaarlijkse beheervergoeding van 2 procent en een prestatievergoeding van 20 procent van het rendement van het fonds.

Maar niet elke hedge fund manager kan het beste in wat hij of zij doet. Er zijn nu veel meer hedge funds dan een decennium geleden. Dat maakt dat niet alle hedge fund managers even goed zijn. Ze beheren veel meer geld, wat betekent dat ze het ook moeten investeren in andere dan alleen hun beste ideeën. In veel gevallen werken ze vanuit dezelfde strategie en verdringen ze elkaar op hetzelfde moment bij dezelfde beleggingen.

Gestandaardiseerde strategieën
Veel hedge funds hanteren redelijk gestandaardiseerde strategieën om hun geld te verdienen, zoals merger arbitrage of convertible bond arbitrage. Elke individuele manager zal zijn strategie zo goed mogelijk nastreven. Het is echter niet moeilijk om voor te stellen dat het passief, op regels gebaseerd uitvoeren van één van deze beleggingsstrategieën als een ondergrens kan dienen voor het verwachtte rendement dat een manager kan boeken met zijn focus op een bepaald hoekje van de markt (los van zijn eigen persoonlijke inbreng).

In bijvoorbeeld het geval van convertible bond arbitrage zal een passieve index alle converteerbare obligaties kopen die voldoen aan bepaalde eisen wat betreft omvang en liquiditeit en zal het de gewone aandelen van elke emittent shorten. Bij merger arbitrage zal de passieve index een mandje ondernemingen kopen die het doelwit zijn van een overname en short gaan op de ondernemingen die overnemen. Ze zullen niet proberen de beste deal eruit pikken.

Als zo’n strategie eenmaal doorzien is, dan zou ze na te bootsen moeten zijn via een beleggingsvehikel als een exchange traded fund (ETF). Om zo beleggers van dienst te zijn die zoeken naar een goedkope manier om toegang te hebben tot de bekende beleggingstrategieën van hedge funds. De afgelopen jaren zijn er een aantal ETFs gelanceerd die beleggers een hedge fund-achtige blootstelling geven. In een eerder artikel onderzocht Morningstar een aantal voor- en nadelen van dergelijke hedge fund ETFs.

Historisch rendement benaderen
Maar in Europa hebben dit soort ETFs de neiging ontworpen te worden om beleggers blootstelling te geven aan het nettorendement van actief beheerde hedge funds. In het geval van Goldman Sachs Absolute Return Tracker wordt dat gedaan door een replicatie of kloonproces, waar het ETF long of short gaat op een serie financiële instrumenten die niet zijn gekozen om na te bootsen waarin hedge funds beleggen, maar om het historisch nettorendement van de hedge funds te benaderen. In het geval van ETFs als db x-trackers db Hedge Fund, RBS Market Access CTA Index ETF of UBS ETF HFRX Global Hedge Fund SF is het punt om blootstelling te bieden aan een index die is samengesteld uit feitelijke hedge funds. In geen van deze gevallen hebben beleggers in het ETF toegang zonder dat de bekende hoge vergoedingen zijn gesaldeerd.

In plaats daarvan, een ETF dat een index volgt die feitelijk handelt in dezelfde instrumenten als hedge funds, volgens dezelfde strategieën, zou de relatie tussen passieve en actieve fondsen in het traditionele long-only bereik benaderen. De passieve uitvoering van een strategie zou enig rendement met zich mee moeten brengen. Beleggers betalen momenteel in veel gevallen aan hedge fund managers ‘2+20’: een beheervergoeding van 2 procent en een prestatievergoeding van 20 procent bovenop hun winst. Een deel van de winst kan zeker bèta zijn op het generieke rendement van de strategie van de manager en slechts een deel ervan de manager’ unieke alfa.

Wat een belegger krijgt van een passief hedge fund-ETF is niet alleen een tegebn lage kosten toegang tot deze vermogensklasse, maar ook een benchmark om de prestaties van hedge fund managers te beoordelen binnen een bepaalde strategie. Dat zou op langere termijn het effect moeten hebben dat de kosten van actieve fondsen naar beneden gaan.
Dat lijkt momenteel al het geval te zijn door een combinatie van concurrentiedruk, slechte prestaties en een toenemend gevoel onder beleggers dat veel hedge funds hen niet voldoende waar(de) voor hun geld geven. Hedge fund managers komen er nu in veel gevallen mee weg door erop te wijzen dat er een geen accurate benchmark is om hun prestaties tegen af te zetten. Een serie passieve benchmarks creëert wel een vergelijkingsmogelijkheid.


Lees ook
7 Hedge fund-ETS onder het vergrootglas

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Alastair Kellett  Al Kellett is an ETF analyst with Morningstar Europe.

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten