Denk eens aan deze ESG-risico's bij beleggen in modebedrijven

De mode-industrie is een van de meest vervuilende industrieën ter wereld – gelet op bijvoorbeeld CO₂-uitstoot, waterverbruik en watervervuiling. Maar niet alleen milieu (de E van environmental) vormt op ESG-gebied een risico, ook de S van Social. Morningstar onderzoekt wat bij de grote beursgenoteerde modeconcerns allemaal speelt op dit gebied. Deel één van een tweeluik over de modewereld vanuit ESG-perspectief.

Rentsje de Gruyter 08 mei, 2023 | 13:08
Facebook Twitter LinkedIn

realreal brooklyn

De winkel van The RealReal in de wijk Brooklyn in New York. Foto: The RealReal.

Ja, vliegschaamte is inmiddels een begrip en 15% van de Nederlanders heeft ‘er vaak last van’ als zij toch per vliegtuig verplaatsen, stond onlangs nog te lezen in NRC. Het woord heeft zelfs de Dikke van Dale gehaald. Maar als je je zorgen maakt over de staat van het klimaat, kun je misschien als burger beter alleen nog tweedehands kleding kopen dan voor de rest van je leven vliegreizen uit je leven verbannen.

Want de mode-industrie is verantwoordelijk voor maar liefst 10 procent van alle CO₂-emissies wereldwijd – en dat is méér dan alle internationale vluchten en de scheepvaart bij elkaar opgeteld uitstoten. Dat stelt aandelenanalist Adam Fleck van Morningstar in een rapport over het duurzaamheidsgehalte van de mode-industrie. Hoe hoog de uitstoot van de lucht- en scheepvaart precies is, vermeldt het rapport niet, maar volgens bovengenoemd NRC-artikel zorgde de luchtvaartsector in 2021 in z’n eentje voor ruim 2 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen.

Duidelijk is dat de ecologische voetafdruk van de mode-industrie aanzienlijk is – analist Fleck noemt die ‘een van de grootste industriële vervuilers’. En dat komt niet alleen door de grote uitstoot van CO₂ die het produceren van kleding (inclusief de grondstoffen die daar voor nodig zijn) met zich meebrengt. Het gaat bijvoorbeeld ook om het enorme waterverbruik dat erbij komt kijken en het grootschalige gebruik van kunststoffen als polyester.

 

Invloed op beurswaardering

Voor wie aandelen heeft in modebedrijven, is het nuttig om te weten hoe duurzaam (of niet) zij zijn. Al was het maar omdat je dan desgewenst een bewustere keus kunt maken voor modebedrijven die erin slagen hun ecologische voetafdruk te verkleinen of daar ambitieuze, overtuigende plannen voor hebben. Een slechte score op ESG-gebied – wat staat voor Environmental, Social en Governance – kan de waardering van een aandeel namelijk behoorlijk in de weg zitten. Het is anno 2023 simpelweg een risico als een onderneming op één of meerdere van de drie letters van ESG lager dan gemiddeld scoort, vergeleken met soortgenoten. 

Aangezien ESG een paraplubegrip is, kunnen die duurzaamheidsrisico’s voortkomen uit vele, zeer uiteenlopende aspecten van de bedrijfsvoering. Bij de één zit het probleem bij de letter E: een respectvolle omgang met de planeet (milieu), bij een ander bij de S van Sociaal, ofwel bij het eerbiedigen van de rechten van mens en dier. Maar het kan ook schorten aan de G van Governance: fatsoenlijk ondernemingsbestuur. En een bedrijf dat bijvoorbeeld goed scoort op de S kan tegelijkertijd beroerd presteren op klimaatgebied – de E. 

In het tweede deel van deze serie over de mode-industrie krijgt u concrete informatie over de duurzaamheidsscore van individuele mode-ondernemingen – zowel van winkelketens als H&M en Inditex (Mango, Zara) als van luxeconcerns zoals LVMH (Louis Vuitton).

 

Het effect van polyester

Terug naar de mode-industrie. Om terug te komen op de zware impact van de industrie op waterverbruik en watervervuiling: ongeveer 20% van al het afvalwater wereldwijd wordt veroorzaakt door het verven en andere behandelingen van stoffen bedoeld voor kleding. En 35% van alle microplastics in de oceaan is afkomstig van textiel, zo valt te lezen in Flecks rapport.

Ook indrukwekkend is het grote effect dat het wijdverspreide gebruik van synthetische vezels heeft op de totale uitstoot van broeikasgassen. Om dat soort vezels, waarvan polyester en polyamide twee bekende zijn, te maken heb je weliswaar minder water nodig dan voor katoen, maar de CO₂-uitstoot ervan is wel 25% groter. En wereldwijd worden er meer kunststoffen gebruikt dan katoen en wol, zo blijkt uit onderstaande grafiek:

Apparel 6

Ter verduidelijking: MMCF is een afkorting van Man Made Cellulosic Fibres en daarbij moet je denken aan vezels zoals viscose en rayon, die gemaakt worden van houtpulp en planten.

Verder zorgt kleding ook voor een groot afvalprobleem: 85% van de kleding die Amerikanen kopen, eindigt op de vuilstort. Hoe hoog dat percentage in Europa ligt, vermeldt het rapport niet, maar de verkoop van goedkope fast fashion stijgt ook hier jaarlijks – en juist dat type kleding is meestal geen lang leven in de klerenkast beschoren.

 

Wat doen modeconcerns hieraan?

Wat doet de mode-industrie om zijn vervuilende impact op de planeet te verkleinen? Die is wat meer gerecyclede polyester gaan gebruiken: in totaal maakt die nu 15% uit van de totale productie. Het aandeel van zogenoemde voorkeursvezels, zoals organische en Fair Trade-katoen en duurzaam geproduceerde cellulosevezels zoals viscose, is gestegen naar ongeveer 19%. Dat was in 2020, dus dat percentage kan inmiddels iets hoger liggen.

Apparel 8

 

Veel zal afhangen van de duurzaamheidsdoelen die bedrijven zichzelf (gaan) stellen, van regulering van overheidswege en uiteraard van de voorkeuren van consumenten. Al te hoge verwachtingen moet je echter niet hebben over wat burgers overhebben voor duurzamere kleding, al varieert dat blijkbaar wel per generatie, zo blijkt uit onderzoek dat McKinsey deed.

Hoe jonger, hoe meer mensen bereid zijn hun portemonnee te trekken voor duurzame kleding. Daarbij is de vraag wel of voor dat onderzoek alleen Amerikaanse burgers zijn gevraagd naar hun mening, of dat er ook Europeanen van verschillende generaties bij zijn betrokken. Aannemelijk is immers dat er tussen de twee continenten wel verschillen zullen bestaan waar het gaat over het belang dat burgers hechten aan duurzaamheid. Dat verschil zie je bijvoorbeeld ook als het gaat over de overstap op en sympathie voor duurzame energie en de keuze voor duurzame beleggingen: daarin loopt Europa voor op de Verenigde Staten.

Apparel 7

 

Nieuwe duurzaamheidsregels in de EU

De Europese Unie heeft onlangs voorstellen gedaan voor nieuwe, strengere regels waar de mode-industrie zich aan zou moeten gaan houden. Als die worden aangenomen, zou onder meer elk kledingstuk een duurzaamheidslabel moeten krijgen, zou het vernietigen van onverkochte kleding door modeconcerns verboden worden, zou het aantal microplastics dat tijdens het wassen van kleding in het water terechtkomt flink moeten worden gereduceerd en zou de productie van kleding duurzamer moeten worden.

Verduurzamen heeft overigens ook nadelen voor de modeconcerns, waarschuwt analist Fleck. Zo brengt circulair produceren, wat bijvoorbeeld H&M in 2025 wil hebben gerealiseerd voor al zijn producten, hogere kosten met zich mee, net als het gebruik van meer gerecyclede stoffen. Een interessante vraag is wie die hogere kosten gaat betalen. De consument waarschijnlijk meestal niet, denkt Fleck: dan zouden modeconcerns klanten van zich vervreemden, die immers meestal niet bereid zijn om méér te betalen voor duurzamere kleding.

De analist verwacht dat grotere modeconcerns die kosten (en de investeringen die verduurzamen vergt) deels met hun toeleveranciers zullen gaan delen. Hij denkt daarbij aan reuzen als Nike, Richemont (denk: Cartier en Net-A-Porter), Hermes en LVMH (denk: Louis Vuitton).

 

Dwangarbeid: de S van ESG

Daarbij moet je bij het kopje ‘verduurzaming’ niet alleen denken aan de impact die productie en verkoop op de planeet hebben, maar ook aan de S van ESG: aan het eerbiedigen van mensenrechten dus en een respectvolle omgang met mens en dier. In die hoek neemt de regulering van overheidswege toe in het westen. Zo voerde de regering Biden afgelopen jaar een nieuwe wet door die invoer van katoen uit de Chinese regio Xinjiang in principe verbiedt – de Uyghur Forced Labor Prevention Act.

Dat is een grote stap, als je weet dat China een kwart van alle katoen wereldwijd produceert én dat binnen dat land 80% van alle katoen afkomstig is uit Xinjiang, in het noordwesten van het land. Bovendien gebruiken ook textielproducenten in bijvoorbeeld Cambodja en Vietnam katoen uit Xinjiang.

Apparel 12

 

Dus Amerikaanse modemerken die zakendoen met bedrijven uit deze twee landen, moeten zich er ook van verzekeren dat zij geen katoen gebruiken uit Xinjiang, waar de Oeigoeren als dwangarbeiders aan het werk gezet worden door de Chinese overheid. Onder andere Nike, H&M en Burberry hebben laten weten dat ze als gevolg van de nieuwe wet stoppen met het gebruik van katoen uit Xinjiang.

 

Intellectueel eigendom: ook de S van ESG

De score van een modebedrijf op de S van ESG kan echter ook vanwege een heel ander onderwerp negatief uitvallen. Zo valt het eerbiedigen van intellectueel eigendom ook onder de letter S. Dit betekent dat modeconcerns die online verkopen een risico lopen. Want daar circuleren vaak imitatiemerken die deze eigendomsrechten met voeten treden.

Veel merkbedrijven komen daartegen in actie door bijvoorbeeld RFID-technologie en rechtszaken tegen overtreders. Online marktplaatsen zoals Poshmark investeren eveneens in bescherming van eigendom en mede daardoor heeft Poshmark een gunstigere ESG-score.

Als belegger wilt u ongetwijfeld graag concreet horen welke modebedrijven een relatief hoog duurzaamheidsrisico hebben en welke aandelen in dit opzicht en veilige keus zijn. Daarover leest u binnenkort alles in het tweede deel van dit tweeluik over de mode-industrie. Ook staat in dit tweede artikel welke aandelen uit de modewereld momenteel ondergewaardeerd zijn op de beurs – en het dus een goed moment kan zijn om ze te kopen.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Rentsje de Gruyter  Rentsje de Gruyter schrijft freelance voor Morningstar Benelux.

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten