“Synthetische ETFs zijn van geringe kwaliteit”

Investment managers zijn negatief over ETFs met synthetische replicatie. Morningstar's ETF-analist Ben Johnson relativeert.

Maarten van der Pas 26 maart, 2012 | 16:33
Facebook Twitter LinkedIn

ETFs die gebruik maken van synthetische replicatie worden door een derde van de Europese investment managers gezien als van geringe kwaliteit. Dat blijkt uit een onderzoek van Edhec-Risk Institute, een onderdeel van Edhec Business School. In het onderzoek scoren synthetische ETFs slecht op tegenpartijrisico, maar noteren goed in termen van kosten en betrouwbaarheid omdat ze een lage tracking error hebben.

Investment managers zijn minder geneigd om ETFs die fysieke replicatie toepassen als slecht te beoordelen dan synthetische producten. Het onderzoek wees uit, dat slechts één procent van de investment managers een ETF dat alle constituenten van een onderliggende index aanhoudt van slechte kwaliteit is. Dat getal neemt toe tot 11 procent voor ETFs die een representatief deel v

an de aandelen aanhoudt.

Edhec-Risk Institute noemt de uitkomst van het onderzoek “verrassend” omdat fysieke ETFs beleggers ook blootstellen aan tegenpartijrisico als ze aan het lenen van aandelen doen (securities lending). Volgens het onderzoeksinstituut stelt dat het voortdurende discussie over swapbased ETFs en de veronderstelde voordelen van ETFs met fysieke replicatie een impact hebben op de perceptie van investment managers van de twee type fondsen. Eerder dit jaar vond Edhec dat marketingcampagnes die het verschil tussen fysieke en synthetische ETFs promoten “misleidend” zijn.

Juiste vragen
Tegen de achtergrond van de financiële crisis, het innovatieve karakter en de toenemende complexiteit van synthetische ETFs hebben meerdere toezichthouders zich de afgelopen tijd kritisch uitgelaten over dit type passieve fondsen. Ze wijzen dan vooral op de onduidelijkheid over het tegenpartijrisico.

Morningstar mengde zich vorig jaar juli al in het debat en legde synthetische ETFs onder de microscoop.  ETF-analist Ben Johnson stelt dat de structuur van synthetische ETFs bepaalde specifieke risico’s met zich meebrengt, maar vindt dat er drie belangrijke vragen gesteld moeten worden als het over de risico’s gaat: wat is de bron van het risico, hoe zijn beleggers beschermd tegen het risico en hoe worden beleggers gecompenseerd voor het op zich nemen van dit risico? Johnson komt in zijn onderzoek tot de conclusie dat geen ETF-aanbieder goed of slecht scoort op aspecten als de swap methode en de transparantie hierover en over het onderpand.

“Zoals met alles gaat het over de afwegingen die een belegger maakt. Het beiden van extra bescherming aan de beleggers tegen de risico’s resulteert vaak tot extra kosten. Dit wordt weer gereflecteerd in de prestaties van het ETF in de vorm van een negatief tracking verschil tussen het rendement van de index en dat van het fonds. Uiteindelijk is het aan de belegger om te besluiten over de juiste balans tussen bescherming en rendement. Daarvoor moeten ze een goede due dilligence doen. De belegger is verplicht om onderzoek te doen, maar de ETF-aanbieders kunnen dat verlichten door volledig transparant te zijn over hun praktijken en de diverse risico’s die daaraan verbonden zijn ”, aldus Johnson. In mei komt de analist met een update van zijn onderzoek.


Meer weten over fysieke versus synthetische replicatie? Lees dan ook:
Morningstar: meer transparantie omtrent risico's ETFs

Swap replicatie bij ETPs in de schijnwerper

Het funded swap model

Het unfunded swap model


Bezoek ook Morningstar's ETF Center met artikelen over ontwikkelingen op de ETF-markt en ETF-strategieën. De ETF Bibliotheek staat vol artikelen over beleggen in en met ETFs.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Maarten van der Pas

Maarten van der Pas  is Financial Markets Editor bij Morningstar Benelux

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten