Beleggen in obligaties - kredietrisico

In een serie artikelen over obligaties en obligatiefondsen bespreekt Morningstar de beginselen van beleggen in schuldpapier. Deel 4: kredietrisico.

Maarten van der Pas 10 december, 2014 | 10:09
Facebook Twitter LinkedIn

Renterisico is slechts één risico waarmee obligatiefondsen geconfronteerd worden. Het andere risico is kredietrisico. Dat heeft betrekking op de kredietkwaliteit van de obligatie in casu de emittent van de obligatie. Kredietkwaliteit meet eenvoudigweg het vermogen van een emittent om zijn schulden terug te kunnen betalen.

Zie het als volgt. Als uw waardeloze zwager, die al zes jaar werkloos is, EUR 100 van u wil lenen, dan zou u zich hoogstwaarschijnlijk afvragen of u die som ooit terugziet. U zult uw geld liever uitlenen uitlenen aan uw voorbeeldige kleine zusje dat alleen maar wat opzij wil zetten voor noodgevallen.

Dezelfde wisselwerking is terug te vinden bij bedrijven en beleggers. Beleggers willen geld uitlenen aan gevestigde namen in de bedrijfswereld, omdat die ondernemingen zeer waarschijnlijk hun schulden zullen kunnen aflossen. Een belegger zal echter wel twee keer nadenken over leningen aan ondernemingen zonder solide staat van dienst.

Kredietwaardering
Beoordelingen van het vermogen van een onderneming om schulden terug te betalen uiten zich in een kredietwaardering (ook credit rating genoemd). Ratingkantoren zoals Moody's, Standard & Poor’s en Fitch bestuderen de financiële status van een bedrijf om te weten te komen of het dichter aanleunt tegen het profiel van de waardeloze schoonbroer of tegen het voorbeeldige zusje dat netjes haar schulden terugbetaalt. Vervolgens wijzen ze de kredietwaardigheid van het bedrijf een rang toe in de vorm van letters: ‘AAA’ (triple A) is de hoogste beoordeling voor kredietkwaliteit en ‘D’ is de laagste. Op eenzelfde wijze worden ook landen onderzocht en gewaardeerd

Bent u in het bezit van een AAA-obligatie, dan is de kans groot dat u al uw rente en de hoofdsom uitbetaald krijgt. Obligaties met beoordeling AAA, AA, A, BBB en BBB- worden namelijk beschouwd als beleggingskwaliteit (investment grade). Dat betekent dat de emittent van de obligaties naar alle waarschijnlijkheid zijn schulden terugbetaalt.
Obligaties met beoordeling BB+, B, CCC, CC en C zijn obligaties onder beleggingskwaliteit (sub investment grade) of van het hoogrentende type (high yield of junk bond). Dat wijst op het gevaar dat een emittent van obligaties zijn verplichtingen wel eens zou kunnen verzaken, of in gebreke zou kunnen blijven. De laagste rang D is eigenlijk voorbehouden aan obligaties die al in gebreke zijn gebleven.

Het spreekt voor zich dat u geen obligatie wilt waarvan niet zeker is of die de beloofde rente en de hoofdsom terugbetaalt. Het hoofddoel bij het aanhouden van een obligatie blijft uiteindelijk toch inkomsten genereren. U gaat dus niet zomaar voor de lol in een lager gewaardeerde obligatie beleggen. Daar moet wel wat tegenover staan. Dat komt in de vorm van hogere rendementen.

Onder voor het overige gelijke omstandigheden geldt: hoe lager de kredietkwaliteit van een obligatie, hoe hoger het rendement. Daarom kunt u wel een hoogrentend obligatiefonds met een rendement van 9 procent of meer vinden, terwijl talloze obligatiefondsen van beleggingskwaliteit rendementen van om en nabij de 4 procent bieden. Omdat emittenten van beleggingskwaliteit meer kans maken om aan hun verplichtingen te voldoen, ruilen beleggers hogere inkomsten in voor meer zekerheid.

Recessie
Kredietkwaliteit heeft een impact op meer dan alleen obligatierendementen: het kan ook de waarde beïnvloeden. Meer in het bijzonder zijn het de lager gewaardeerde obligaties die neigen naar waardeverlies in tijden van recessie of wanneer beleggers een recessie verwachten. Recessies betekenen meestal minder winst voor bedrijven en als gevolg daarvan een groter risico dat de lening en de rente niet kan worden betaald. Als het vermogen van een emittent om zijn schulden terug te betalen in een gezonde economie al lijkt te wankelen, wordt het er in een recessie niet beter op. Hoogrentende obligatiefondsen lijden meestal waardeverlies wanneer beleggers zich zorgen maken over de economie.


Lees ook het vorige deel: Beleggen in obligaties - renterisico.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Maarten van der Pas

Maarten van der Pas  is Financial Markets Editor bij Morningstar Benelux

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten