Het funded swapmodel

Een verklaring van een borgmodel voor ETFs

Morningstar 29 juli, 2011 | 16:38
Facebook Twitter LinkedIn

Het funded swapmodel werd in Europa ingevoerd begin 2009. Volgens deze structuur maakt het ETF geen gebruik van de contanten van de belegger om een vervangend mandje samen te stellen — zoals het geval is voor ETF’s die un-funded swaps gebruiken. In de plaats daarvan transfereert het fonds de contanten van de belegger naar één enkele swaptegenpartij (of naar verschillende swaptegenpartijen) in ruil voor het rendement van de referentie-index (min swapvergoedingen). De tegenpartij brengt daarna de borgactiva onder op een afzonderlijke rekening bij een derde bewaarder. De rekening kan worden geopend op naam van het fonds (in het geval van overdracht van effecten) of op naam van de tegenpartij en in pand gegeven ten gunste van het fonds.

De korf met waarborgen bestaat meestal uit effecten die reeds in het bezit zijn van de swaptegenpartij (meestal effecten, obligaties, liquide middelen en fondsen van OESO-landen) en wordt gediversifieerd in overeenstemming met de UCITS-vereisten. De borg die gelijk is aan of groter dan de intrinsieke waarde van het ETF op een bepaalde dag, wordt dagelijks gecontroleerd. Telkens wanneer de blootstelling van het ETF aan de swaptegenpartij positief wordt, vraagt de ETF-provider dat de swaptegenpartij een bijkomende borg levert. Dit gebeurt om te garanderen dat het niveau van de borgstelling wordt behouden en het nettorisico van blootstelling voor de tegenpartij nul blijft, of negatief.

Swaps kunnen te veel borgen omvatten, afhankelijk van de als borg ingebrachte activa en de reglementering in het land waar het fonds gevestigd is. In Luxemburg bijvoorbeeld gaat het CSSF er op indicatieve basis van uit dat “een aanpassing van ongeveer 20% aangewezen is voor aandelen die opgenomen zijn in een hoofdindex”. Het is dan aan de raad van bestuur van de fondsverschaffers en de bewaarder om de aangewezen waardeverminderingen (“haircuts”) te bepalen. Sinds de implementatie van UCITS IV op 1 juli 2011 bepaalt de Centrale Bank in Ierland dat “waar de uitgever van een borg geen A-1 rating of gelijkwaardig heeft, conservatieve waardeverminderingen toegepast moeten worden.” Het is dan aan de raad van bestuur van de fondsverschaffers om de waardeverminderingen te bepalen.


Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Morningstar  

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten