Het krachtige herstel wordt dan ook niet breed gedragen, maar vooral aangejaagd door een groep bedrijven die de index al langere tijd op sleeptouw neemt. Het koersverloop van de Nasdaq verraadt al in welke hoek de winnaars gezocht moeten worden. De technologie index is de top uit februari namelijk al ruim gepasseerd en staat year-to-date op een winst van ruim 19%. Daarmee steeg de marktkapitalisatie van de index tot boven die van alle 27 EU-landen gezamenlijk.
Technologie als aanjager
De grote aanjagers van het herstel vinden we dan ook onder de technologie en e-commerce bedrijven, dezelfde mega-caps die de index eerder al naar recordhoogte stuwden en die de barrière van 1 biljoen dollar aan marktkapitalisatie doorbraken. De toenemende concentratie van extreem goed presterende bedrijven zorgt ervoor dat ze steeds dominanter worden in de indices. De Financial Times berichtte afgelopen dinsdag dat meer dan 200 bedrijven in de S&P 500 index die dag met meer dan 1% stegen, maar dat de stijging van de index beperkt bleef tot 0,2% omdat een handvol megabedrijven, Apple, Microsoft, Amazon, Alphabet en Facebook allemaal in het rood stonden.
Die afhankelijkheid van een select groepje aandelen is niet nieuw, maar wat wel opvalt is de snelheid waarmee de dominantie van deze bedrijven tot stand is gekomen. Wanneer we kijken naar de top-10 concentratie in de S&P 500 index, dan zien we dat de 10 grootste bedrijven momenteel 27% van de index uitmaken. Dat is gelijk aan het niveau van 2000 ten tijde van de dotcom bubble. Toen waren het Cisco Systems, General Electric en Intel die de dienst uit maakten samen met Exxon Mobil, Wal-Mart en Oracle. Geen van deze bedrijven had destijds echter de grootste weging in de index. Die was voorbehouden aan het bedrijf dat vandaag de dag nog steeds bovenaan staat: Microsoft.