Zwakkere euro en de flitskrach

Het aangekondigde pakket dat voorzag in een noodfonds voor eurolanden in de problemen, kon op de aandelenmarkten maar voor een korte tijd van euforie zorgen.

Freddy van Mulligen 18 mei, 2010 | 9:44
Facebook Twitter LinkedIn

Inmiddels is er weer een afwachtende houding aangenomen met uitslagen naar boven en beneden. De valutamarkten zijn minder afwachtend en de euro daalde naar een koers van 1,23 dollar per euro, het laagste niveau in vier jaar!

Met het noodfonds dat vorige week werd overeengekomen is niet veel mis, het is het beste dat regeringsleiders op dat moment konden doen. Een grote zak met geld en garanties verzachten wel de omstandigheden, geven even luchten, maar de oorzaken van de crisis blijven overeind staan. Na zorgen over overkreditering van particulieren en ondernemingen, zijn er nu twijfels over de kredietwaardigheid van staten: een nieuw hoofdstuk in de schuldencrisis. Het strenger aanpakken of belasten van banken of andere ondernemingen of topinkomens is een favoriete bezigheid van sommige politici, maar verandert niets aan de kern van de vertrouwensproblematiek.

De vragen stapelen zich op. Haalt de euro het wel? Is de euro wel een stabiele munt? Hebben we niet liever de gulden terug? Is een euro straks een dollar waard? Tot voorheen tamelijk idiote vragen, maar nu helemaal actueel en relevant. Ongeveer 60% van de bevolking maakt zich ernstig zorgen over de euro volgens een internetondervraging. We weten niet of de euro houdbaar is en hoeveel draagvlak er is voor de eenheidsmunt. De echte test is of lidstaten uit het zuiden bereid zijn om te bezuinigen en of noordelijke lidstaten de hand ook in eigen boezem willen steken. Hebben we het er hier echt voor over om als de nood aan de man komt extra te betalen om de Grieken en Portugezen in de Eurozone te houden? Wordt een gezamenlijk wisselkoersbeleid ook gedragen door een afgestemd economisch beleid of een politieke unie? We zullen het nog maar moeten zien. Als de lidstaten over elkaars begroting mogen meepraten, gaan bij de meeste landen al snel de stekels uit. De euro is een munt voor landen die economisch verweven zijn, maar de eurozone is niet homogeen en er zijn de nodige culturele en politieke verschillen.

Het eventuele terugkeren naar de gulden zal – zo verwacht ik – niet uitlopen op een ramp. Landen als Zwitserland en Denemarken hebben ook geen euro en leven in behoorlijke welvaart. Maar zo waar het is dat er twijfels zijn bij de Eurozone, zo anachronistisch lijkt een terugkeer naar de gulden – tot nu toe. Voorlopig zullen we dus moeten leven met een wat lagere euro, wat helemaal niet erg is want tot een jaar geleden klaagden ondernemers over de te sterke euro. Een zwakkere euro zal de economische groei kunnen helpen zeker nu de groei in de eurozone achterblijft bij die in de VS en in opkomende markten. En ook zeker nu overheden in Europa zullen moeten bezuinigen, wat op korte termijn de economie kan frustreren.

In de eurozone verwacht de Europese Commissie een groei van 0,9%, de ECB houdt in het meest gunstige scenario rekening met een expansie van 1,2%. En dat valt helemaal niet tegen. Maar elders is de groei een veelvoud. De Verenigde Staten – waar het overheidstekort er overigens ook mag zijn – stevenen af op een economische groei van misschien wel 3% in 2010. Volgens de Aziatische ontwikkelingsbank zal er in opkomend Azië dit en volgend jaar een groei zijn van om en nabij de 7,5%, aanzienlijk hoger dan in 2009. Met een dalende euro en forse groei elders is er voor beleggers geen reden om zich tot Europese beleggingen te beperken.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Freddy van Mulligen  .

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten