Brede grondstoffen-ETFs onder de loep

Er zijn een aantal sterke argumenten om een deel van uw portefeuille wel degelijk permanent in grondstoffen te beleggen.

Abraham Bailin 20 december, 2010 | 13:05
Facebook Twitter LinkedIn

Dat grondstoffen inmiddels als een activaklasse worden beschouwd, blijkt wel uit de hoeveelheid geld die erin wordt belegd. De totale nettoactiva van ETFs en beleggingsvennootschappen met veranderlijk kapitaal die zich richten op grondstoffen, zijn sinds de ineenstorting van de markt aanzienlijk gestegen: van 38,5 miljard dollar in oktober 2008 tot bijna 129,7 miljard dollar vandaag.

De subtiele facetten van het beleggen in grondstoffenfondsen, van zeepbellen tot positielimieten en van contangomarkten tot overmatige volatiliteit, worden tegenwoordig grondig onder de loep genomen. Er zijn echter een aantal sterke argumenten om een deel van uw portefeuille wel degelijk permanent in deze activaklasse te beleggen. Dankzij brede grondstoffenindexfondsen kunnen veel argumenten tegen grondstoffen worden weerlegd. Hierna bespreken we de verschillende soorten brede grondstoffenindices, hun voordelen en hun nadelen.

Waarom grondstoffen?
Omdat ze in geringe mate gecorreleerd zijn met een aandelen-/obligatieportefeuille bieden grondstoffen de voordelen van diversificatie en in het verleden zijn ze een goede afdekking tegen inflatie gebleken. Dit laatste argument lijkt vandaag meer doorslaggevend, gezien de beslissing van de Amerikaanse centrale bank Federal Reserve om een tweede ronde van kwantitatieve verruiming door te voeren. Velen vrezen dat de Fed door de voortgezette expansie van haar balans op lange termijn het potentieel voor hogere inflatie introduceert, waardoor posities in grondstoffen wenselijk worden omdat ze als afdekking kunnen worden gebruikt. Anderen waarschuwen op hun beurt dat de huidige explosie in de prijzen van verschillende grondstoffen (in het bijzonder edelmetalen) ongekend is en dat de voortdurende instroom van kapitaal naar de activaklasse een zeepbel heeft gecreëerd.

Een bespreking van de instrumenten die beleggers kunnen gebruiken voor een blootstelling aan grondstoffen – en of die positie strategisch dan wel tactisch bedoeld is – kan beleggers helpen om zich een idee te vormen over deze uiteenlopende standpunten.

Soorten posities
Binnen het ETF-universum kunnen beleggers op verschillende manieren een blootstelling aan deze markten verkrijgen. Een aantal fondsen biedt blootstelling door te beleggen in de aandelen van ondernemingen die handelen in een bepaalde grondstof. Hoewel dit mogelijk nuttig is om te trachten in te spelen op de stijging van specifieke grondstoffenprijzen, zijn deze fondsen volgens ons niet nuttig als middel voor activaspreiding. De grondstoffenprijs is slechts één van verschillende factoren die de prestaties van deze ondernemingen bepalen en voor aandelenfondsen is de prijs van grondstoffen dus niet de enige bepalende factor. Deze ondernemingen moeten het hoofd bieden aan veel van dezelfde kapitaalmarktrisico's die voor andere aandelen gelden en ze krijgen het tijdens een daling van de markt dan ook vaak zwaar te verduren. Deze negatieve correlatie is precies wat u als belegger wilt vermijden als u de volatiliteit van de volledige portefeuille wilt verlagen.

Enkele van de grootste en populairste ETFs op de markt bieden hun beleggers blootstelling door voorraden van de eigenlijke grondstof aan te houden. Duidelijke voorbeelden zijn onder meer SPDR Gold Shares (GLD), het op een na grootste ETF op de markt met een beheerd vermogen van zo'n 56 miljard dollar en iShares Silver Trust (SLV), dat meer dan 8,7 miljard dollar beheert.

Via direct eigendom van de doelgrondstof bieden deze fondsen van 'materiële aandelen' de meest nauwkeurige weerspiegeling van de spotprijzen die met een liquide beleggingsinstrument kan worden verkregen, maar ook deze fondsen hebben hun beperkingen. Door de opslagkosten kan dit type fondsstructuur alleen gebruikt worden voor grondstoffen die over een bijzonder hoge waarde-volumeverhouding beschikken, zoals edelmetalen. Bovendien zijn veel grondstoffen aan bederf onderhevig en kunnen ze niet worden opgeslagen voor een duur die voor beleggers zinvol is.

Om blootstelling te verkrijgen, maken de meeste grondstoffenfondsen gebruik van futurescontracten. Futurescontracten zijn voor veel instellingen een handigere manier om een blootstelling te verwerven in deze markten dan direct materieel bezit. Maar ook hier zit er een addertje onder het gras. De futurescurve – de prijzen van contracten op verschillende vervaldatums die geleidelijk aan verder in de toekomst liggen – kan zowel omhoog of omlaag afbuigen. Wijzigingen in de curve kunnen leiden tot een ontkoppeling tussen futures- en spotrendementen, waardoor fondsen worden blootgesteld aan het zogenoemde basisrisico en in geval van bepaalde grondstoffen, zoals edelmetalen, aan financieringskosten die in de curve zijn geïmpliceerd.

Tactisch of strategisch
De grondstoffenfuturesmarkten zijn extreem volatiel en beleggers hebben met tactische marktstrategieën al evenveel fortuinen vergaard als verloren. Voor beleggers die willen speculeren op de markt van de grondstoffenfutures is er een aantal interessante ETFs die in één grondstof beleggen. Beleggers die willen profiteren van de voordelen van grondstoffen als globale activaklasse, zouden in de eerste plaats moeten proberen op strategische wijze gebruik te maken van ETFs die een gediversifieerde mand van grondstoffenfutures volgen.

Price Holdings is een onderneming met talrijke experts die actief zijn op het gebied van grondstoffenfutures en biedt een allesomvattende dienstverlening op het vlak van elektronische handel, vermogensbeheer en consultancy. Oprichter en CEO Thomas Price en directeur alternatieve beleggingen Alan Konn zetten hun standpunt uiteen over grondstoffen als een activaklasse, en verklaren beiden waarom ze een sterk voorstander zijn van indexering.

"Het is moeilijk om voor futures een actieve beheerder te vinden die, in tegenstelling tot financials of valutafutures, alleen maar grondstoffen gebruikt die over een volledige marktcyclus consequent betere rendementen kunnen behalen dan een brede index", zegt Konn. "In 2008 waren er bijvoorbeeld een aantal actieve beheerders die mooie rendementen behaalden door gebruik te maken van long-short-strategieën om waarde toe te voegen, maar slechts weinigen kunnen een staat van dienst voorleggen waaruit blijkt dat die rendementen op lange termijn kunnen worden gehandhaafd en hun rendementen zijn niet noodzakelijk een richtlijn voor de brede activaklasse."

De voordelen van diversificatie in grondstoffen zijn talrijk. Hoewel het koersrendement op afzonderlijke markten extreem volatiel kan zijn, zou de prijsvolatiliteit van een gediversifieerde korf van grondstoffen gematigd moeten zijn. Er is echter een aantal indices die een dergelijke blootstelling bieden.

Frequentie waarmee de samenstelling van een index wordt herzien
In hun zoektocht identificeerde Price Holdings de Rogers International Commodity-index als een betrouwbare indicator. Een van de voornaamste redenen is de frequentie waarmee de samenstelling van de RICI wordt herzien. "Een brede mand aan grondstoffen, waarvan de samenstelling frequent, minstens maandelijks, wordt herzien, levert doorgaans minder volatiele rendementen op", zegt Price.

De impact van die herschikking wordt duidelijk als we de RICI vergelijken met de S&P Goldman Sachs Commodity-index. Zowel de RICI als de GSCI is goed gediversifieerd, met futures van respectievelijk 37 en 24 verschillende grondstoffen. De samenstelling van de GSCI wordt echter slechts jaarlijks herzien en dus kan een stijging in de prijs van een grondstof die deel uitmaakt van de index, gedurende een lange periode een buitensporige invloed hebben op de rendementen van de index, tot de mand opnieuw wordt samengesteld. Bij de RICI, waarvan de samenstelling maandelijks wordt herzien, wordt de blootstelling aan grondstoffen die deel uitmaken van de index afgebouwd wanneer de prijzen stijgen, en verhoogd wanneer de prijzen dalen.

De Continuous Commodity-index doet nog een schepje bovenop Rogers' principe van frequente herschikking en herziet de samenstelling dagelijks. De CCI is een gelijk gewogen index van 17 grondstoffen en is goed gediversifieerd over de verschillende grondstoffensectoren. Het fonds koopt zes opeenvolgende maanden van futurescontracten, te beginnen met de eerstvolgende vervalmaand, voor elke grondstof.

Al deze indices hebben beursverhandelde instrumenten die hen volgen. ELEMENTS Rogers Intl Commodity (RJI) volgt de RICI. Het fonds beschikt over nettoactiva van zo'n 520 miljoen dollar en verhandelt dagelijks meer dan 550.000 aandelen. IShares S&P GSCI Commodity-Indexed Trust (GSG) volgt de GSCI. Dit fonds is aanzienlijk groter, met nettoactiva van bijna 1,6 miljard dollar, en verhandelt dagelijks circa 510.000 aandelen. Voor beide fondsen geldt een nettokostenratio van 0,75 procent. GreenHaven Continuous Commodity Index (GCC) volgt de CCI en beschikt over nettoactiva van net iets meer dan 435 miljoen dollar. Hoewel de spreiding van de blootstelling over zo veel grondstoffenfuturescontracten met verschillende vervaldatums de gevolgen van contangomarkten kan beperken en diversificatie kan bieden, betekent het ook dat er hogere makelaarsvergoedingen in rekening worden gebracht dan die van vergelijkbare fondsen. GCC berekent dan ook een nettokostenratio van 0,85 procent.

Reglementaire veiligheid in diversificatie
Grondstoffen-ETFs die gebruikmaken van futurescontracten zijn zwaar onder vuur komen te liggen, omdat ze naar verluidt een schadelijke invloed zouden hebben op de werking van de grondstoffenmarkten. Er zijn ETFs die in korte tijd erg groot zijn geworden en die de door de Commodities Futures Trading Commission vastgelegde positielimieten voor langdurige futurescontracten hebben geschonden. Door hun activa te spreiden over een aantal grondstoffen (en in het geval van de CCI over contracten met vervaldatums tot zes maanden in de toekomst), proberen alle gediversifieerde grondstoffenfuturesfondsen veel groter te worden voordat er vermoedens van manipulatie optreden.

Hoewel sommigen beweren, dat de aanzienlijke stijging van de vraag naar op futures gebaseerde grondstoffenfondsen met uitsluitend long-posities geleid heeft tot een continue contangomarkt, is deze bezorgdheid volgens Price en Konn ongefundeerd.
"Omdat schommelingen in grondstoffenprijzen niet gecorreleerd zijn met backwardation en contango, heeft het niveau van backwardation of contango op de markt op geen enkel moment een voorspellende waarde", zegt hij. "Op lange termijn profiteren volledig zekergestelde futures-posities van rente-inkomsten tegen de rente op Amerikaans schatkistpapier. Deze rente-inkomsten, gecombineerd met rendementen door de herziening van de samenstelling, compenseren doorgaans het negatieve doorrolrendement."

Uitsluitend long-posities niet de enige optie…
Wie op korte termijn bezorgd is over de gevolgen van contango, kan een index kiezen met een long-short-strategie of een long-flat-strategie. De S&P Commodity Trends Indicator index, die een gediversifieerde mand van 16 grondstoffen volgt, maakte gebruik van een op voortschrijdende gemiddelden gebaseerde long-short-strategie om de crisis van 2008 met succes te omzeilen. ELEMENTS S&P Commodity Trends Indicator--Total Return (LSC) volgt de CTI maar is er sinds zijn oprichting in juni 2008 niet in geslaagd om meer dan 70 miljoen dollar aan nettoactiva te vergaren. Het fonds brengt dezelfde jaarlijkse vergoeding van 0,75 procent in rekening als RJI en GSG.

LSC heeft sinds zijn oprichting betere resultaten behaald dan de twee fondsen die uitsluitend long-posities innemen, maar moest veel terrein prijsgeven toen het fonds het in 2009 en 2010 minder goed deed dan het brede grondstoffenuniversum. Van 2007 tot vandaag blijkt uit de groei van 10.000 dollar dat de CTI en de RICI beide vrijwel identieke rendementen opleveren. Terwijl de RICI een piek bereikte en vervolgens daalde tijdens de volatiele markt van 2008-2009, was het rendementsprofiel van de CTI veel gelijkmatiger. De CTI bood over de periode een hoger rendement, gecorrigeerd voor het risico, maar hoewel er tijdens de crisis van 2008 goede resultaten werden behaald, heeft zijn op dynamiek gebaseerde strategie sindsdien niets meer opgeleverd.

De RICI steeg in 2009 met 26 procent, en tekende in 2010 tot dusver een stijging op van 6 procent. Over dezelfde perioden heeft de op dynamiek gebaseerde methode van LSC een negatief rendement opgeleverd van respectievelijk -12,82 en -16,7 procent.

Grote namen in de wereld van de brede grondstoffen-ETFs
Hoewel de eerder genoemde GSG, RJI en GCC respectievelijk de derde, vierde en vijfde plaats innemen op de lijst van de grootste fondsen in het universum van breed gediversifieerde grondstoffen-ETFs, mogen we de grootste namen uit het universum natuurlijk niet vergeten te vermelden.

Met nettoactiva van bijna 4,5 miljard dollar is PowerShares DB Commodity Index Tracking (DBC) het grootste brede grondstoffen-ETF op de markt. Het fonds biedt een gediversifieerde blootstelling aan een mand van 14 grondstoffen en maakt gebruik van de 'Optimum Yield'-strategie van Deutsche Bank. De strategie van uitsluitend long-posities tracht de verliezen die gepaard gaan met contangomarkten tot een minimum te beperken en de winsten van backwardationmarkten te maximaliseren, via futurescontracten met vervaldatums van wel 13 maanden in de toekomst. DBC volgt de Deutsche Bank Liquid Commodity Index, die contracten voor energie, industriële metalen, edelmetalen en landbouwgrondstoffen omvat. Elke weging wordt in november jaarlijks opnieuw bepaald en streeft naar niveaus van respectievelijk 55, 12,5, 10 en 22,5 procent. DBC brengt een jaarlijkse vergoeding van 0,75 procent in rekening en verwacht dat de extra transactiekosten gemiddeld 0,08 procent bedragen.

IPath DJ-UBS Commodity Index TR ETN (DJP) biedt het op een na grootste aanbod van brede grondstoffenkorven op de markt, met nettoactiva van meer dan 2,4 miljard dollar. Deze op de beurs verhandelde note volgt een index met uitsluitend long-posities in 19 breed gediversifieerde grondstoffen. De jaarlijkse vergoeding bedraagt 0,75 procent. In tegenstelling tot het grotere aanbod van PowerShares, heeft DJP de structuur van een ETN en heeft het geen directe posities in grondstoffenfuturescontracten. ETN's zijn in wezen promessen die het rendement van de onderliggende index garanderen, wat van hen een handige en rendabele methode maakt om een blootstelling te verwerven. Wel zijn aandeelhouders door de structuur blootgesteld aan het kredietrisico van de borgstellende bank, geen onbelangrijke overweging als we nagaan hoe de banken tijdens de recente crisis zijn getroffen.

Kortom
Of u nu bang bent dat de voortgezette expansie van de balans van de Fed zal leiden tot een fors hogere inflatie, of vindt dat de prijzen van grondstoffen inmiddels een zeepbelniveau hebben bereikt, u kunt met gediversifieerde grondstoffenkorven een strategische positie innemen, en tegelijkertijd de blootstelling aan de prijsvolatiliteit van één grondstof beperken.

TAGS
ETF
Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Abraham Bailin  Abraham Bailin is an ETF Analyst with Morningstar.

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten