Nemen we de prestaties van een beleggingsfonds onder de loep, dan zien we dezelfde relativiteit. De definitie van een “goed” rendement hangt af van uw behoeften en het fondstype. Hier komen dan de benchmarks bij kijken.
Uw persoonlijke benchmark
Bepaal eerst en vooral uw eigen benchmark. ”Aan kracht winnen om uw driejarige de stad rond te dragen zonder buiten adem te raken” of “genoeg weerstand opbouwen om een berg te kunnen beklimmen” zouden in de fitnesswereld definities kunnen zijn. In de beleggingswereld betekent het echter een benchmark bepalen voor de vereiste rendementen om uw beleggingsdoelstelling te halen, op lange termijn (bijvoorbeeld pensioen) of op korte termijn (een nieuw huis binnen twee jaar).
Stel dat u binnen 30 jaar met pensioen wil gaan. Misschien weet u over hoeveel geld u vandaag beschikt om te beleggen, u kunt anticiperen op uw vermogen om in de toekomst te beleggen en u heeft een vaag beeld van hoeveel u tijdens uw pensioen nodig zult hebben. Laten we ervan uitgaan dat u na het rekenwerk een jaarrendement van 8 procent nodig blijkt te hebben om uw doelstelling te bereiken. Dat is dan uw hoogsteigen benchmark.