ETFs: de kneepjes van het vak

Door de lage kostenratio's zijn ETFs duidelijk interessant voor een 'goedkope', langetermijnkernportefeuille, maar hoe zit het met de transactiekosten?

Ben Johnson 27 februari, 2012 | 10:25
Facebook Twitter LinkedIn

Vrijwel iedereen is het erover eens dat ETFs met een lage kostenratio interessante bouwstenen vormen voor een 'goedkope' langetermijnkernportefeuille. Maar hoe zit het met de instapkosten? Om een beter inzicht te krijgen in de totale kosten van ETF-bezit, moeten beleggers begrijpen welke kosten er gepaard gaan met beleggen in ETFs.

Een stof is vast, gasvormig of ...
… vloeibaar of liquide. Het is echter niet onze bedoeling om water, ijs of stoom te bespreken. We gaan het hebben over beleggingen. Effecten worden vaak beschreven als liquide (of illiquide), maar wat houdt dit precies in? Liquide effecten kunnen erg goedkoop worden verhandeld en er kan altijd een koper of verkoper voor worden gevonden. Deze activa, zoals de aandelen van ondernemingen met een enorme kapitalisatie als Royal Dutch Shell, veranderen snel van eigenaar en afzonderlijke transacties hebben een minimale impact op de marktconforme prijs.

Illiquide activa zijn in aanzienlijke mate verschillend van hun liquide broertjes. Doorgaans zijn er minder kopers en verkopers voor te vinden. Bovendien kunnen kopers en verkopers sterk van mening verschillen over wat een billijke prijs is, waardoor 'marktprijs' een behoorlijk obscuur begrip wordt.

De verschillen zijn echter niet noodzakelijk zo extreem. Liquiditeit is een continuüm. Zelfs vaak verhandelde afzonderlijke bedrijfsobligaties zijn doorgaans minder liquide dan de aandelen van datzelfde bedrijf, omdat er vaak één of twee klassen van aandelen zijn, tegenover tientallen verschillende obligatie-uitgiften. Als u op de beurs in één keer een groot aantal aandelen van een kleine onderneming zou proberen te kopen, dan zouden die in vergelijking met aandelen van grote bedrijven relatief illiquide lijken, ook al kunnen ze op termijn redelijk eenvoudig worden gekocht of verkocht.

Bronnen van liquiditeit bij ETFs
ETFs hebben twee belangrijke bronnen van liquiditeit: de primaire en de secundaire markt. ETFs ontstaan op de primaire markt. Binnen de primaire markt kunnen officieel erkende marktpartijen nieuwe ETF-aandelen creëren door aan de ETF-aanbieder geld of effecten aan te bieden in ruil voor aandelen in een bepaald fonds. Officieel erkende marktpartijen houden deze aandelen en verzilveren ze uiteindelijk voor geld of effecten van de aanbieder. Een andere mogelijkheid is dat ze deze aandelen op de secundaire markt verkopen.

Voor individuele beleggers die op de beurs een ETF willen kopen, telt alleen de liquiditeit op de secundaire markt. Er zijn een aantal duidelijke factoren voor handen om de liquiditeit van een ETF op secundaire markten te beoordelen: vermogen, het op de beurs verhandelde volume, het aantal marktmakers en de bied-laat spreads.

Laten we eerst het beheerd vermogen van het ETF bekijken. Dit cijfer wordt vermeld onder de naam 'Grootte fondsklasse' ('Share Class Size') in het rapport van een ETF op onze website. Grotere ETFs - zoals gemeten op basis van het beheerd vermogen - zijn doorgaans meer liquide dan kleinere ETFs.

Zoek vervolgens het volume voor het ETF op de beurs waar u wilt handelen. Deze informatie is doorgaans beschikbaar op de website van zowel de fondsprovider als de betreffende beurs. Het volume vertegenwoordigt het aantal aandelen van het fonds dat gedurende een bepaalde periode op de beurs wordt verhandeld, en dient als een belangrijke maatstaf voor de liquiditeit op de secundaire markt. Voor een betere directe vergelijking tussen fondsen moet u wellicht rekening houden met verschillende aandelenkoersen (een ETF met een koers van 80 euro dat per dag 500.000 aandelen verhandelt, is bijvoorbeeld veel meer liquide dan een ETF met een prijs van 100 euro dat per dag 1.000.000 aandelen verhandelt, omdat er in totaal meer geld in en uit het eerste ETF stroomt).

Ten derde kijkt u naar het aantal ‘marktmakers’ voor het ETF (sommige providers zullen deze informatie opnemen in de fondsinformatie, die gewoonlijk kan worden geraadpleegd op hun website). Hoe meer ‘marktmakers’, hoe groter de kans dat de bied-laat spreads door onderlinge concurrentie zullen dalen.

Tot slot neemt u de bied- en laatprijzen voor het betreffende ETF in aanmerking. U vindt ze op de website van de ETF-aanbieder, de beurs of via uw makelaar. Op basis van deze prijzen en de huidige marktprijs kunt u de bied-laat spread berekenen (met de formule die we hierna bespreken). De bied-laat spread is in wezen een product van de eerste drie factoren. Nogmaals: smallere spreads vertegenwoordigen meer actieve kopers en verkopers en bijgevolg een meer liquide fonds.

Sommige deelnemers op de secundaire markt verrichten ook transacties buiten de beurs of over the counter (OTC). OTC-transacties worden gedomineerd door institutionele kopers en verkopers die grote hoeveelheden verhandelen. Deze transacties zijn een zeer belangrijke bron van liquiditeit op de secundaire markt, waarover bovendien vaak weinig wordt bericht en wellicht goed voor 50 procent of meer van het totale handelsvolume. Omdat ETFs buiten de rapporteringsvereisten van de MiFID-richtlijn (Markets in Financial Instruments Directive) vallen, hoeven OTC-transacties niet te worden gemeld. Daarom wordt de liquiditeit op de secundaire markt door officiële statistieken over beursverhandelde volumes vaak onderschat.

Wie een grote transactie wil verrichten of een order wil plaatsen voor een fonds dat nauwelijks wordt verhandeld, wendt zich misschien het beste tot één van de ‘marktmakers’ van het ETF. Over het algemeen geldt dat beleggers voor een order die overeenstemt met meer dan 30 procent van het gemiddelde dagelijkse volume van een fonds, het beste direct handelen met een ‘marktmaker’, om de meest rendabele uitvoering te verkrijgen.

De bied-laat spread
Van alle bovenbeschreven maatstaven voor liquiditeit, is de bied-laat spread wellicht de meest precieze om de kosten voor de verhandeling van een ETF te meten. Deze spread is het verschil tussen de hoogste prijs die iemand bereid is voor een bepaald effect te betalen (de biedprijs) en de laagste prijs waartegen iemand bereid is datzelfde effect te verkopen (de laatprijs). Het verschil tussen deze twee prijzen wordt geïnd door een ‘marktmaker’, een derde partij bij de transactie die kopers en verkopers met elkaar in contact brengt.

De bied-laat spread is een vorm van kosten die gepaard gaan met de handel in effecten. Bij overigens gelijkblijvende omstandigheden, betekent een lagere bied-laat spread lagere transactiekosten voor zowel kopers als verkopers. De bied-laatkoers wordt gewoonlijk opgegeven als een percentage van de marktprijs van het betreffende effect. Als de biedprijs voor aandelen van een ETF bijvoorbeeld 99 euro bedraagt, de marktprijs 100 euro en de laatprijs 101 euro, dan bedraagt de bied-laat spread 2 euro of 2 procent. Het is belangrijk om op te merken dat we deze cijfers strikt ter illustratie gebruiken. In de praktijk zijn de bied-laat spreads voor de meeste ETFs slechts een fractie van dit bedrag.

De conclusie die we kunnen formuleren, is dat meer liquide effecten doorgaans een lagere (vaak ook 'smallere' genoemd) bied-laat spread hebben. Daaruit volgt dan dat het minder duur is om transacties te verrichten met meer liquide activa, als alle andere omstandigheden dezelfde blijven. Ook vermeldenswaardig is dat dat verschillen in liquiditeit ten dele verklaren waarom de kostenratio's voor ETFs die meer liquide indices volgen (bestaande uit meer liquide aandelen), zoals de DJ Eurostoxx 50, veel lager zijn dan die voor ETFs met minder liquide benchmarks, zoals de MSCI Emerging Markets Index. Laten we de bronnen van liquiditeit van ETFs nu even van naderbij bekijken.

Hoe liquiditeit te beheren
Voordat we een aantal manieren bespreken om met liquiditeitsproblemen om te gaan in verband met de handel in ETFs, moeten we de liquiditeitsfactoren binnen de juiste context plaatsen. Ten eerste: hoe korter uw beleggingshorizon, hoe belangrijker marginale verschillen in liquiditeit worden. Iemand die voor de middag een positie wil kopen en verkopen, zal veel meer aandacht hebben voor bied-laat spreads dan iemand die over meerdere jaren wil beleggen. Dit kan eenvoudig worden verklaard omdat een hypothetisch verschil van 0,01 procent in bied-laat spreads meer impact zal hebben op een belegger met een horizon van twee uur en een theoretisch verwacht rendement van 0,10 procent dan op een langetermijnbelegger.

Ook is het belangrijk om te onthouden dat liquiditeit een even belangrijke overweging is voor de aankoop of verkoop van een effect. Een effect dat bijzonder liquide was toen u het kocht, samen met alle andere beleggers die zich op het idee stortten toen het populair was, kan extreem illiquide worden als alle beleggers het in paniek weer proberen te verkopen.

Nu we liquiditeit in de juiste context hebben geplaatst, kunnen we de manieren bespreken waarop u kunt omgaan met potentiële liquiditeitsproblemen. De eerste tactiek is vanzelfsprekend: beleg in de meest liquide opties waarover u beschikt. Op basis van de maatstaven die we hierboven hebben besproken, kunt u zich een beeld vormen van wat uw meest liquide opties zijn.

Als u wilt handelen in aandelen van een minder liquide ETF, kunt u vervolgens gebruikmaken van limietorders. Met behulp van limietorders kunt u uw uitvoeringsprijs controleren wanneer u minder liquide fondsen met bredere bied-laat spreads verhandelt. Via een order met een kooplimiet kunt u aandelen kopen tegen uw opgegeven prijs of goedkoper, en via een order met een verkooplimiet kunt u uw aandelen verkopen tegen uw gewenste prijs of duurder.

Kijkt tot slot eerst naar uw horloge, alvorens te beleggen in een ETF dat een buitenlandse index volgt. De prijsstelling van ETFs die buitenlandse benchmarks volgen is het meest nauwkeurig tijdens de gewone beurstijden van hun binnenlandse markt, wanneer alle effecten die er deel van uitmaken koortsachtig worden gekocht en verkocht. Denk dus tweemaal na alvorens u 's ochtends een beslissing neemt over dat ETF dat de S&P 500 volgt. U kunt er baat bij hebben om te wachten tot de Amerikaanse markt opent om u van een meer nauwkeurige prijs te verzekeren.

Makelaarskosten
Ten slotte kunnen makelaarsprovisies een groot deel van de handelskosten uitmaken. Provisies kunnen variëren afhankelijk van een aantal te overwegen factoren, waaronder zonder beperking: de makelaar die u kiest, de frequentie van uw transacties, of u een order uitvoert via een adviseur, via de telefoon of via het internet en de markt waar het effect wordt verhandeld (sommige makelaars brengen hogere provisies in rekening om transacties te verrichten op buitenlandse markten). Om provisies enigszins binnen de perken te houden, kunt u best wat onderzoek verrichten om een makelaar te vinden die het best voldoet aan uw specifieke situatie.

De allerbeste manier om ervoor te zorgen dat uw rendement niet door provisies wordt aangetast, is echter het volgen van een strategie van kopen en houden. We zeggen natuurlijk niet dat u nooit transacties mag verrichten, maar door het aantal transacties tot een minimum te beperken, kunt u uw kosten uitstekend onder controle houden.


Dit artikel maakt deel uit van een serie over de basisbeginselen van beleggen in ETFs. Lees ook:

Wat is een ETF
Een korte inleiding op exchange traded funds.

Wat is het verschil tussen een ETF en een ETP?
Een driedelige serie over ETFs, ETPs, ETNs, ETCs en andere exchange-traded products waarvan de naam kan leiden tot exchange-traded verwarring.

Wat is het verschil tussen fysieke en synthetische replicatie bij ETFs?
Een driedelige serie over ETFs, ETPs, ETNs, ETCs en andere exchange-traded products. In deel 2 de belangrijkste structuurkenmerken van ETFs.

De belangrijkste aspecten van ETNs en ETCs
Een driedelige serie over exchange-traded products van wie de naam kan leiden tot exchange-traded verwarring. In deel 3 de belangrijkste aspecten van exchange-traded notes, commodities en currencies.

ETF-jargon: NAV, premies en kortingen
Een ontcijfering van de stortvloed aan termen en afkortingen die gepaard ging met het ontstaan van de ETF-markt.

De kosten van beleggen in ETFs
Total expense ratio is slechts één van de vele kosten van een ETF.

TAGS
ETF
Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Ben Johnson  Ben Johnson is Morningstar’s Director of European ETF Research.

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten