Beleggers hebben de afgelopen drie jaar USD 38 miljard in Vanguard MSCI Emerging Markets ETF (VWO) gepompt, waardoor dit het derde grootste ETF op de markt is. Het is ook het grootste fonds met een brede blootstelling aan opkomende markten dankzij zijn zeer aantrekkelijke kosten van 0,20 procent.
Begin oktober kondigde Vanguard aan dat het de benchmark van het fonds wijzigt van de MSCI Emerging Markets Index naar de FTSE Emerging Index. Het meest significante verschil tussen beide indices is dat de Zuid-Koreaanse effecten (die momenteel 15 procent van het fonds vertegenwoordigen) geen deel uitmaken van de FTSE-index. Sommige beleggers zullen zich misschien zorgen maken over het belang van deze wijziging, maar Morningstar meent dat er een meer relevante vraag is die beleggers zich moeten stellen: is een naar kapitalisatie gewogen fonds de beste manier om passief te beleggen in de opkomende markten?
Meer dan gewoon een Koreaanse raadsel
Zuid-Koreaanse aandelen vertonen een sterk cyclisch karakter vanwege hun zware blootstelling aan technologie (zoals Samsung Electronics), cyclische consumptiegoederen (Hyundai en Kia) en industriële bedrijven (scheepsbouwers). Hieronder zijn veel exporteurs naar zowel de opkomende als ontwikkelde wereld.
Aangezien de FTSE Emerging Index en de MSCI Emerging Markets Index beide naar kapitalisatie gewogen zijn, lijken ze sterk op elkaar (met uitzondering van de Zuid-Koreaanse effecten) en bedroeg de correlatie wat betreft prestaties over de afgelopen drie jaar bijna 100 procent (FTSE haalde Zuid-Korea uit zijn Emerging Index in september 2009). Tegen wie overweegt om uit VWO te stappen en zich in een product te begeven dat de MSCI-index volgt, zoals iShares MSCI Emerging Markets Index (EEM) of zijn nieuwe laaggeprijsde (0,18 procent) all-cap tweeling iShares Core MSCI Emerging Markets (IEMG) zegt Morningstar dat dit niet echt zinvol is.