Psychologie en beleggen

BEHAVIORAL FINANCE - De wetenschap van de behavioural finance helpt u om typische beleggingsfouten te vermijden.

Maarten van der Pas 14 maart, 2013 | 14:18
Facebook Twitter LinkedIn

Succesvol beleggen is moeilijk, maar je hoeft er geen genie voor te zijn. Zo grapte succesbelegger Warren Buffett ooit dat "succesvol beleggen geen correlatie vertoont met het IQ vanaf een niveau van 25. Wie over een simpele basisintelligentie beschikt moet gewoon voldoende karakter tonen om de drang te bedwingen die anderen bij beleggen in de problemen brengt."
Om succesvol te beleggen moet een belegger in de eerste plaats zijn eigen psychologische zwaktes kunnen identificeren en overwinnen.

Behavioural Finance tracht te verklaren waarom iemand financiële beslissingen neemt die tegen zijn eigen belang indruisen. In dit artikel bekijken we hoe de individuele belegger profijt kan halen uit deze wetenschap. Eerst en vooral willen we te weten komen hoe we beleggingsfouten kunnen opsporen en corrigeren om onze winst te verhogen.

Overmoed
Overmoed hangt samen met het ongebreidelde vermogen van de mens om zichzelf verstandiger of bekwamer in te schatten dan hij eigenlijk is. Zo zal 82 procent van de mensen zonder blozen beweren dat ze tot de 30 procent beste bestuurders behoren. Bovendien toont onderzoek aan dat als mensen beweren ergens voor 90 procent zeker van te zijn, ze het maar ongeveer 70 procent van de tijd bij het rechte eind hebben.

Dergelijk optimisme is niet altijd een slechte zaak. We zouden het onszelf uiteraard niet gemakkelijk maken door als overtuigd pessimist met alle tegenslagen in het leven om te gaan. Maar overmoed berokkent ons als belegger wel schade als we ons beter in staat achten om het nieuwe Microsoft op te sporen dan een andere belegger. Vergeet het maar! (Niet persoonlijk bedoeld!)

Onderzoek toont aan, dat overmoedige beleggers sneller en vaker handelen omdat ze meer denken te weten dan de tegenpartij. Snel handelen is duur en brengt zelden wat op. Kosten in de vorm van provisies, belastingen en verliezen op de bied/laat-spread zijn vaak een aanzienlijke domper op de rendementen op jaarbasis. Deze directe en indirecte transactiekosten zullen het rendement altijd eroderen.

Een van de drijvende krachten voor snelle handel, naast overmatig zelfvertrouwen, is de illusie van controle. Meer betrokkenheid bij onze beleggingen kan de indruk wekken dat we de touwtjes steviger in handen hebben. Er bestaat echter een niveau waarop teveel betrokkenheid nadelig wordt, zo blijkt uit onderzoek naar snelle en frequente handel.

Selectief geheugen
Overmoedig gedrag kan ook een selectief geheugen met zich meebrengen. Weinigen onder ons willen een pijnlijke gebeurtenis of ervaring uit het verleden onthouden, vooral wanneer we deze zelf veroorzaakten. Op beleggingsgebied willen we zeker de calls op aandelen vergeten die we aan onze neus lieten voorbijgaan, of die uiteindelijk een fout bleken en zich in verliezen vertaalden.

Hoe zekerder we zijn, hoe meer zulke herinneringen ons zelfbeeld bedreigen. Hoe kunnen we zulke goede beleggers zijn als we die fouten in het verleden maakten? Ons geheugen zal ons parten spelen en we zullen ons het verleden selectief herinneren, zodat het aansluit bij onze behoeften en ons zelfbeeld intact laat.

Informatie op deze manier in ons gedrag integreren is een vorm van correctie voor cognitieve dissonantie, een bekende theorie in de psychologie. Cognitieve dissonantie stelt, dat we ons er ongemakkelijk bij voelen om tegelijkertijd twee uiteenlopende ideeën, meningen, overtuigingen, attitudes of -in dit geval- gedragingen aan te nemen. En dat onze psyche dat op de ene of de andere manier moet compenseren.

Een zwakke beleggingskeuze uit het verleden corrigeren, met name als we onszelf intussen als doorgewinterde beleggers beschouwen, leidt onvermijdelijk tot een selectieve bijstelling van onze herinnering aan die slechte beleggingskeuze. "Misschien was het helemaal niet zo'n slechte beslissing om dat aandeel te verkopen?" Of "Misschien verloor ik niet zoveel geld als ik dacht?" Mettertijd zal onze herinnering aan de gebeurtenis waarschijnlijk niet accuraat zijn, maar deze heeft zicgh dan al wel mooi geplaatst in het totaalbeeld dat we van onszelf willen hebben.

Een ander type van selectief geheugen is representativiteit. Dit is een mentale snelkoppeling die ons ertoe brengt om te veel gewicht toe te kennen aan recente feitelijke gegevens (zoals rendementgegevens op korte termijn) en te weinig aan feitelijke gegevens uit een verder verleden. Als gevolg daarvan zullen we te weinig gewicht toekennen aan de reële kans op een gebeurtenis.

Zelfbenadeling
Onderzoekers hebben ook gedragingen geobserveerd die als het tegenovergestelde van overmoed kunnen worden beschouwd. Een neiging tot zelfbenadeling ('self-handicapping') ontstaat wanneer we eventuele toekomstige zwakke prestaties trachten te verklaren aan de hand van een al dan niet ware reden.
Een voorbeeld van zelfbenadeling is wanneer we voor een presentatie zeggen ons niet lekker te voelen, zodat we een verklaring hebben als het vervolgens niet lekker loopt.

Als beleggers kunnen we ons ook bezondigen aan zelfbenadeling, door bijvoorbeeld toe te geven dat we niet zoveel tijd hebben besteed aan het onderzoeken van een aandeel als we normaal gesproken in het verleden hadden gedaan. Je weet maar nooit dat een belegging minder goed uitpakt dan verwacht.

Verliesaversie
Beleggers staan erom bekend nog liever winnende aandelen te verkopen in een poging 'wat winst te nemen' dan hun nederlaag toe te geven in het geval aandelen op verlies staan. In zijn boek Common Stocks and Uncommon Profits schrijft Philip Fischer dat "beleggers waarschijnlijk meer geld hebben verloren door een aandeel aan te houden dat ze eigenlijk niet wilden tot ze 'tenminste een status quo bereikten', dan om welke andere reden dan ook."

Ook spijt speelt een rol bij verliesaversie. Het kan ertoe leiden dat we niet in staat zijn een slechte beslissing van een slecht resultaat te onderscheiden. We krijgen spijt van een slecht resultaat, zoals een periode van zwakke prestaties van een specifiek aandeel, ook al kiezen we voor de belegging met alle juiste redenen. In dit geval kan spijt ertoe leiden dat we een slechte verkoopbeslissing nemen, zoals door een sterke onderneming te verkopen op het dieptepunt in plaats van de belegging te verhogen.

Het helpt evenmin dat we ertoe neigen om de pijn van een verlies sterker te voelen dan het genot van de winst. Dit verlangen om pijn te vermijden kan ons ertoe brengen om te lang met verliezers in zee te gaan met de ijdele hoop op een ommekeer, zodat we de gevolgen van onze beslissingen niet hoeven te dragen.

Eenmalige kosten
Een andere factor die verliesaversie aanstuurt, is de valkuil van de eenmalige kosten. Volgens deze theorie zijn wij niet in staat om de 'eenmalige kosten' van een beslissing te negeren, zelfs als deze kosten waarschijnlijk nooit gecompenseerd worden.

Een voorbeeld: we hebben dure theaterkaartjes gekocht en komen net voor de voorstelling te weten dat het stuk verschrikkelijk is. Aangezien we voor de tickets hebben betaald, zijn we veel meer geneigd om het stuk alsnog te gaan bekijken dan wanneer we die kaartjes van een vriend hadden gekregen. Uit rationeel gedrag zou volgen dat we, na het horen van de slechte kritieken en ongeacht of we de kaartjes al dan niet zelf hebben betaald, op basis van onze interesse zouden beslissen of we de voorstelling al dan niet zullen bijwonen. Als gevolg van ons onvermogen om de eenmalige kosten van slechte beleggingen te negeren, zijn we echter niet in staat om een dergelijke situatie in zijn juiste proporties te beoordelen.

Eenmalige kosten kunnen ons ook aansporen om een aandeel zelfs aan te houden als de onderliggende bedrijfsactiviteiten het laten afweten, in plaats van ons van deze verliezen te ontdoen. Was het dalende aandeel een geschenk geweest, dan hadden we het wellicht niet zo lang aangehouden.

Verankering
Vraag aan Amsterdammers om het inwonertal van Eindhoven te schatten en ze zullen zich laten leiden door het aantal inwoners van hun eigen stad om die vervolgens neerwaarts bij te stellen; maar niet genoeg. Als we het onbekende schatten dan houden we angstvallig vast aan wat we kennen.

Beleggers vallen vaak ten prooi aan verankering. Ze verankeren zich aan hun eigen schattingen van de winst van een onderneming, of aan de winst van het afgelopen jaar. In het geval van beleggers toont verankeringsgedrag zich door het plaatsen van ongepaste klemtonen op recente prestaties, omdat de beleggingsbeslissing daar in eerste instantie door geleid werd.

Bovendien zouden we een achterlopende belegging aanhouden omdat we de prijs niet kunnen vergeten die we ervoor betaalden, of de sterke prestaties net voor de daling. We zouden jarenlang ondermaatse bedrijven aanhouden in plaats van die te dumpen en ons beleggingsleven voort te zetten. Het is echter duur om verliezers aan te houden en we laten misschien wel een kans aan ons voorbijgaan om dit kapitaal beter in te zetten.

Bevestigingsneiging
Een ander risico dat voortvloeit uit overmoed en verankering heeft met onze perceptie van informatie te maken. We extrapoleren maar al te vaak onze eigen overtuigingen zonder het te beseffen en raken verwikkeld in een neiging tot bevestiging. De informatie die onderschrijft wat we al geloven, of willen geloven, krijgt daarbij een voorkeursbehandeling.

Als we bijvoorbeeld goede ervaringen hebben met auto's van BMW, zullen we waarschijnlijk geneigd zijn informatie te geloven die onze goede gebruikerservaringen ondersteunt, in plaats van gegevens over het omgekeerde. Als we een fonds aankochten met concentratie in aandelen uit de gezondheidszorg, zouden we een te sterke klemtoon kunnen leggen op de sector en minder waarde hechten aan negatief nieuws over hoe deze aandelen naar verwachting zullen presteren.

Dit 'zie je wel'-effect hoort ook thuis in het rijtje met overmoed en verankeringsgedrag. Het is de neiging om onze gedragingen in het verleden in verband met een gebeurtenis of beslissing opnieuw te beoordelen met de feitelijke uitkomst in gedachten. Onze beoordeling van eerdere beslissingen wordt gekleurd om de nieuwe gegevens te plaatsen. Zo kunnen we in de wetenschap van de prestaties van een aandeel bijvoorbeeld onze redenering aanpassen waar de aankoop aanvankelijk op gebaseerd was. Dit type van 'kennisbijstelling' kan ons ervan weerhouden beslissingen in het verleden met de nodige objectiviteit te bekijken.

Mentale boekhouding
Als u ooit iemand heeft horen zeggen dat hij een bepaald bedrag niet kan uitgeven omdat het is voorbestemd voor de vakantie, dan heeft u live een staaltje mentaal boekhouden meegemaakt. De meesten onder ons verdelen ons geld over potjes: dit geld is voor de opleiding van de kinderen, dat is voor ons pensioen en het andere deel voor het huishouden. God verhoede dat we het huishoudbudget aan de vakantie zouden toewijzen.

Beleggers profiteren in zekere mate van dit gedrag. Door geld specifiek aan het pensioenpotje toe te wijzen, kunnen we onszelf ervan weerhouden om het onbedachtzaam uit te geven. Mentaal boekhouden wordt echter een probleem als we onze fondsen toewijzen zonder het totale plaatje voor ogen te houden.

Een voorbeeld is hoe wij reageren op belastingteruggaaf. Hoewel we met de meeste zorg extra geld van onze regelmatige inkomsten aan het spaargeld toevoegen, zien we een belastingrestitutie vaak als 'gevonden geld' dat onbedachtzaam kan worden uitgegeven. Aangezien een belastingrestitutie in feite ons eigen verdiende geld is, zouden we het niet zo mogen behandelen.

Geld moet bij beleggingen gewoon geld blijven, ongeacht of het kapitaal op een makelaarsrekening afkomstig is van zuurverdiend spaargeld, een erfenis of gerealiseerde kapitaalwinsten.

Framing-effect
Er is nog een vorm van mentaal boekhouden die het vermelden waard is. Het framing-effect heeft betrekking op hoe een referentiepunt, vaak een betekenisloze benchmark, onze beslissingen kan beïnvloeden.

Stel dat we besluiten om die tv dan toch te kopen. Maar net voordat we EUR 500 neertellen, beseffen we dat deze in de winkel aan de overkant van de straat EUR 100 goedkoper is. In dat geval is de kans groot dat we de oversteek maken en de goedkopere tv aanschaffen. Als we echter een nieuw bankstel voor de woonkamer kopen met een prijskaartje van EUR 5000, is de kans al kleiner dat we diezelfde oversteek maken naar de winkel waar de prijs 4900 EUR bedraagt. Waarom? We besparen toch nog altijd EUR 100?

Jammer genoeg bekijken we kortingen doorgaans in relatieve, en niet in absolute zin. Toen we de tv kochten, bespaarden we 20 procent door naar de andere winkel te lopen, maar bij de aankoop van het bankstel voor de woonkamer bespaarden we amper 2 procent. Afhankelijk van de situatie heeft die EUR 100 dus niet altijd dezelfde waarde.

Voor beleggers bestaat de beste weg om de negatieve aspecten van mentale boekhouding te vermijden eruit om te focussen op het totaalrendement van de belegging, en om erop toe te zien niet dermate discreet aan die 'budgettaire potjes' te denken dat we uiteindelijk vergeten hoe groot de impact kan zijn van sommige op het eerste gezicht kleine beslissingen.

Kuddegedrag
Mensen worden bestookt met aandelenideeën van analisten, financiële websites, magazines en dergelijke. Sommigen zullen het laatste idee waarover ze hebben gehoord steeds een goed plan vinden en er vervolgens naar handelen. Handelen op basis van een aandelentip is een vorm van kuddegedrag.

Jammer genoeg is het aandeel in veel gevallen in de publieke belangstelling komen te staan door sterke eerdere prestaties en dus niet dankzij een verbetering van de onderliggende bedrijfsactiviteiten. De kans bestaat dat u binnen een aantal maanden verneemt dat het eens zo gehypete aandeel uit de gratie is gevallen en dat de aandelenkoers de diepte in is gegaan.

Het spreekt voor zich dat veel individuele (en institutionele) beleggers aan zelfkastijding doen door de kudde te volgen. We kunnen allemaal betere beleggers zijn door te leren hoe en om welke redenen we aandelen correct kunnen selecteren, om vervolgens de geruchtenmolen actief stil te leggen. Tijdelijk comfort met beleggingen die door peer pressure of marktgoeroes zijn aangestuurd kan leiden tot verwaterende prestaties of beleggingen die niet aan uw specifieke doelstellingen tegemoetkomen.

Waar het op neerkomt
In dit korte overzicht van Behavioural Finance hebben we de belangrijke trends besproken waar de typische belegger mee te maken heeft. Wie zich bewust is van deze invloeden, verkleint de kans dat hij eraan toegeeft.


Nog bewuster beleggen? Volg dan Morningstar's cursus portefeuillebeheer.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Maarten van der Pas

Maarten van der Pas  is Financial Markets Editor bij Morningstar Benelux

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten