Kijkdividend is ook wat waard

De toonaangevende kunst- en antiekbeurs TEFAF is een goede plek om aan de economische crisis voorbij te gaan. Maar waarom gaat iedereen er altijd vanuit dat kunst in waarde toeneemt?

Maarten van der Pas 21 maart, 2013 | 17:17
Facebook Twitter LinkedIn

Een mooie plek om de recessie even te vergeten is de TEFAF. Wat er op deze gerenommeerde kunst- en antiekbeurs allemaal te zien is aan onder meer schilderijen, beeldhouwwerken, meubels, porselein, zilveren gebruiksvoorwerpen en sierraden, en tegen welke prijzen het wordt aangeboden, geeft de indruk dat het zo slecht nog niet gaat… met het selecte groepje particulieren dat zich deze topstukken kan veroorloven.

Tot de verbeelding spreken altijd de gefortuneerde kunstliefhebbers die zich met hun private jet naar Maastricht verplaatsen om op de dag voor genodigden hun slag te slaan. Ik denk dat de TEFAF het evenement in ons land is met het hoogste aantal High Net Worth Individuals. Wat de kunst- en antiekvoorwerpen op de beurs overigens niet vertellen is waarom ze aanwezig zijn. Er zullen vast enkele ‘moetjes’ tussen zitten van mensen die hun kunstwerk te gelde maken vanwege financiële nood.
Als kunstliefhebber is de TEFAF voor mij één van de hoogtepunten, maar als eenvoudige loonslaaf is de Affordable Art Fair budgettair meer mijn ding.

Harde landing
Toch is de kunstmarkt niet immuun voor de economische dip. De wereldwijde kunst- en antiekmarkt kromp vorig jaar met 7 procent, zo blijkt uit het TEFAF Art Market Report 2013. En waar de Chinese economie vorig jaar een zachte landing maakte, kwam de kunstmarkt van het land pijnlijk hard terecht. Net als zijn economie leek de kunst- en antiekmarkt in China onstuitbaar te groeien. China zal de Verenigde Staten over enkele jaren zijn voorbijgestreefd als grootste economie ter wereld, maar op het terrein van de handel in kunst- en antiek was dat in 2011 al het geval.

Maar die groei kwam in 2012 abrupt tot stilstand en de verkopen daalden met bijna een kwart. Nu is de VS –als vanouds- China weer gepasseerd als grootste kunstmarkt van de wereld: EUR 14,2 miljard tegenover EUR 10,6 miljard omzet.
De belangrijkste redenen voor het teruglopende marktaandeel van China waren volgens Clare McAndrew, kunsteconome en samensteller van het rapport, zowel een afgenomen vraag door vertraging van de economische groei en beperkte liquiditeit als een kleiner aanbod van kwalitatief hoogwaardige kostbare werken. Er waren vorig jaar ook minder kunstfondsen en andere speculanten actief in China.


Van de TEFAF met zijn waardevolle stukken is het een kleine stap naar beleggen. Niet alleen beleggen in kunst, maar ook beleggen in het algemeen. Er zijn opmerkelijke parallellen. De opkomst en –tijdelijke?- terugval van China als kunstmarkt laat zien dat opkomende landen ook hier domineren. Het onderzoek van McAndrew naar de wereldwijde kunstmarkt had dit jaar een focus op opkomende landen en ook de kunstmarkt in Brazilië werd onder de loep genomen.

Ook daar is een groeiend aantal vermogende verzamelaars. In Brazilië werd vorig jaar voor EUR 455 miljoen aan kunst verkocht en daarmee is het Zuid-Amerikaanse land nog maar een kleine speler. Het is goed voor 1 procent van het mondiale totaal waar het marktaandeel van de VS en China respectievelijk 33 en 25 procent bedraagt.

Belastingwetgeving en importregelingen vormen echter een grote belemmering voor de ontwikkeling van de Braziliaanse kunstmarkt. Het is erg moeilijk voor Braziliaanse galerieën om internationale kunst te verkopen en voor particuliere verzamelaars is het lastig om buitenlandse kunst in te voeren of een internationale collectie op te bouwen. Dat doet me denken aan wat William Ledward onlangs in een interview op deze website opmerkte. De obligatiebelegger bij Templeton noemde de entry tax die Brazilië heft voor buitenlandse beleggers. Nou hebben kunst aankopen en beleggen in obligaties weinig met elkaar te maken, maar het geeft wel aan dat de overheid op beide terreinen invloed uitoefent.

Kijkdividend
Wat de TEFAF laat zien is dat de topstukken waardevast zijn. Sommige schilderijen of beelden hebben zich inmiddels door de eeuwen heen bewezen. Een kunsthandelaar die ik sprak trekt een grens bij de Tweede Wereldoorlog. De topstukken van voor de oorlog zijn volgens hem een defensieve belegging. Naoorlogse kunst is veel speculatiever en is voor de offensieve belegger. Hierbij moet de uiteindelijke waarde nog landen en heeft de waan van de dag in casu hype nog een grote invloed. Je kunt er enorme winst mee maken, neem de werken van Damian Hirst, maar wat is de waarde over honderd jaar? Iedereen gaat er altijd maar vanuit dat kunst in waarde toeneemt, aldus de handelaar, maar dat hoeft niet. De grote namen uit het verleden zijn in elk geval op zijn minst waardevast.

Ik zou kunst niet kopen als beleggingsobject, maar omdat het schoonheid bezit, me ontroert, ontwricht en/of aan het denken zet. Als het in waarde toeneemt is het mooi meegenomen en ondertussen geniet ik van het kijkdividend.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Maarten van der Pas

Maarten van der Pas  is Financial Markets Editor bij Morningstar Benelux

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten