Beleggingsfonds van de week: Invesco Euro Corporate Bond Fund

Met een Silver rating behoort het Invesco fonds tot één van Morningstar’s favoriete bedrijfsobligatiefondsen. Het profiteert van een ervaren en stabiel beheertandem. Het beleggingsproces kan het best getypeerd worden als flexibel en benchmark ongebonden. 

Niels Faassen 12 augustus, 2015 | 15:15
Facebook Twitter LinkedIn

Invesco Euro Corporate Bond Fund in het kort:
Morningstar Analyst Rating: Silver
Morningstar Rating: ****
Beheerteam: Positive
Fondshuis: Positive
Beleggingsproces: Positive
Rendement: Positive
Kosten: Negative

Toegevoegde waarde actief beheer
Bedrijfsobligatiefondsen vormen een goed alternatief voor het beleggen in individuele bedrijfsobligaties. Niet in de laatste plaats vanwege de goede spreiding. Een ander belangrijk voordeel van bedrijfsobligatiefondsen is de toegevoegde waarde van actief beheer. Hierbij is het wel zaak om het juiste fonds te selecteren. Want niet ieder willekeurig fonds weet namelijk de benchmark te verslaan.

Uit de bovenstaande tabel blijkt dat het gemiddelde fonds uit de Morningstar categorie Obligaties EUR Bedrijven zowel over de afgelopen 3 als 5 jaar niet in staat is gebleken één van de meest gangbare bedrijfsobligatie-indices te verslaan, de Barclays Euro Aggregate Corporate Index. Het lopende jaar 2015 tot en met eind juli bleek een uitzondering te zin. Het gemiddelde bedrijfsobligatiefonds presteerde dit jaar tot nu toe grofweg 60 basispunten beter dan de index. Dat het wel degelijk mogelijk is om over langere periodes de benchmark te verslaan bewijst ondermeer het Invesco Euro Corporate Bond fonds.

Zeer stabiel beheertandem
Het wordt sinds zijn introductie in 2006 beheerd door Paul Read en Paul Causer, samen verantwoordelijk voor het vastrentende team. We hebben veel waardering voor dit ervaren duo dat al meer dan 20 jaar samenwerkt bij Invesco. Ze steunen op een klein maar ervaren team. De beheerders beleggen zelf ook in het fonds, waardoor hun belangen o.i. nog meer gelijklopen met die van de beleggers.
De uitgebreide ervaring en kennis van de Europese obligatiemarkt van de beheerders stuurt het proces aan op basis van zijn flexibele en ongebonden kenmerken. Ze zijn niet gebonden aan een benchmark en er zijn geen beperkingen voor wat betreft de sector- of landenallocatie. De macro-perspectieven van het team bepalen de duration, sectorallocatie en obligatieselectie, hoewel men voor de obligatieselectie ook gewoon pragmatische tewerk gaat door opportuniteiten te detecteren buiten het centrale top-down scenario.

Goede prestaties
Dit type van flexibiliteit kan in de verkeerde handen riskant zijn, maar Causer en Read hebben al laten zien dat ze die in het voordeel van de beleggers kunnen benutten. Tijdens hun bewindsperiode tot eind juni 2015 heeft het fonds duidelijk beter gepresteerd dan de Morningstar-categorie (6 procent p.a. versus 3,4 procent) en dan de benchmark (4,5 procent), wat niet vaak voorkomt. De risico/rendementsratio was eveneens gunstig, ondanks het hogere risiconiveau dan zijn categoriegenoten; dit is te danken aan de bereidheid van de beheerders om grote posities aan te houden in de financiële sector (een van de volatielere marktsegmenten).

Maar hoge kosten
De lopende kosten van het fonds liggen beduidend hoger dan die van vergelijkbare fondsen, wat teleurstellend is. Wij vinden dat Invesco de schaalvoordelen zou moeten delen met de beleggers. Desondanks behoudt dit fonds zijn Morningstar-rating 'Silver' op basis van de de ervaring en stabiliteit van de beheerders tijdens enkele marktcycli en de deugdelijkheid van hun op sterke overtuigingen gebaseerde aanpak.

Uitgebreide toelichting

Beheerteam

Paul Causer en Paul Read zijn twee van de meest ervaren beheerders van vastrentende producten uit de sector en zij werken al bijna 20 jaar samen bij Invesco Perpetual. Zij beheren dit fonds sinds zijn introductie in 2006. Causer trad in 1994 in dienst bij Perpetual, nadat hij in 1983 zijn carrière in kredietanalyse was begonnen bij Asahi Bank. Hij bracht vervolgens een periode door op de afdeling financieel beheer van Asahi alvorens uiteindelijk de overstap naar vermogensbeheer te maken. Read begon zijn carrière in 1984 bij UBS en werkte vervolgens voor de afdeling obligatieverkoop bij Merrill Lynch. In 1995 trad hij in dienst bij Perpetual. Causer en Read staan samen aan het hoofd van het vastrentende team bij Invesco Perpetual, een hechte groep van tien portefeuillebeheerder en kredietanalisten. Het is een klein team dat weinig verloop kent en over heel wat ervaring beschikt in alle domeinen. Het team is verantwoordelijk voor een vrij groot aantal fondsen (Read en Causer beheren meer dan tien fondsen) die evenwel vrij veel overlapping vertonen. De grote werklast van het duo baart ons geen zorgen. De groep beschikt over een team van zes medewerkers die instaan voor de transacties en het risicobeheer. De meest beheerders van het team beleggen zelf ook in het fonds, wat door Invesco sterk wordt aangemoedigd en waardoor hun belangen nog meer gelijklopen met die van de beleggers.

Fondshuis

Invesco Ltd is een beursgenoteerde wereldwijde vermogensbeheerder met een beheerd vermogen van 787 miljard dollar per 31 maart 2014. In september 2013, nam stermanager Neil Woodford ontslag (effectief per april 2014) gevolgd door een aantal collega's. Het vertrek van Woodford bevestigde het ons bekende key-man risico, maar we zien het niet als een teken van verdere zwakte in de personeelsbezetting. Bovendien is de groep zijn personeelsbestand in andere gebieden aan het uitbouwen, met name binnen wereldwijde aandelen. Onlangs is de structuur van dit team versterkt en een extra kracht aangetrokken. Wij zijn ook te spreken over de beloningsstructuur: de bonussen zijn gebaseerd op één-, drie- en vijfjaars prestaties, met een zwaardere weging voor de langer termijn prestaties. Daarnaast ontvangen managers een uitgestelde bonus in de vorm van Invesco aandelen die meestal voor vier jaar worden vastgezet. Dit zorgt ons inziens op de langere termijn voor een betere afstemming van belangen tussen beleggers en de beheerders. Aan de andere kant denken we dat TERs van het fondsaanbod goedkoper zouden mogen zijn, gezien de omvang van het beheerd vermogen van de groep.

Beleggingsproces

De beheerders trachten het huidige macro-plaatje goed te begrijpen. Ze gebruiken zowel de top-down voorspellingen om hun durationpositie te bepalen (een maatstaf voor de rentegevoeligheid van de portefeuille), als hun eigen analyse van de kredietwaardigheid, risico's en huidige waarderingen van individuele bedrijven. De beheerders baseren hun top-down obligatieselectie niet alleen op hun analyse, ze kopen ook obligaties als ze van mening zijn dat die op korte of langere termijn voldoende aantrekkelijk zijn. Het fonds wordt op een pragmatische, actieve manier beheerd en is niet gebonden aan een benchmark. De sector- en landenallocatie kent geen beperkingen en de beheerders kunnen vrij grote concentraties aanhouden in gebieden zoals de financiële sector. Dit fonds belegt vooral in bedrijfsobligaties van beleggingskwaliteit, maar kan tot 30 procent hoogrentende obligaties en om tactische redenen ook cash en hoogwaardige overheidsobligaties aanhouden. Posities in vreemde valuta's als gevolg van beleggingen in niet-Europese bedrijven en sectoren worden vaak naar de euro afgedekt. Doorgaans maken de beheerders handig gebruik van het flexibele proces. Aangezien het team soms agressieve posities wil innemen en ook wegens het steeds groeiende vermogen van Invesco Perpetual, moeten we het liquiditeitsrisico toch goed monitoren, en hetzelfde geldt voor mogelijke capaciteitsproblemen.

Rendement

Van maart 2006 tot eind juni 2015 heeft het fonds veel beter gepresteerd dan het categoriegemiddelde en de Barclays Euro Aggregate Corporate Index (6 procent p.j. versus resp. 3,4 en 4,5 procent). Het had een hoger risiconiveau (gemeten naar standaarddeviatie) dan de meeste concurrenten, dankzij de bereidheid van de beheerders om grote posities aan te houden in de financiële sector, een van de volatielere marktsegmenten. In 2008 belegde het fonds al in financials, wat het resultaat tijdens het 4e kwartaal geen goed deed, maar in 2009 kende het fonds een spectaculair herstel (30,2 procent, 13,6 procentpunten beter dan de categorie). Een dergelijke beweging getuigt van de ervaring en de creativiteit van de beheerders wanneer ze op zoek gaan naar winst. Ook in 2011 bleven de beheerders overwogen in financials, het risico zou immers ruimschoots gecompenseerd worden door meer winst. Daardoor presteerde het fonds eerst minder goed maar kende het een sterk herstel in 2012. Toen boekte het fonds een winst van meer dan 20 procent, 7 procentpunten meer dan de categorie. Zulke outperformances zijn uitzonderlijk in dit universum en men mag niet verwachten dat ze in 'normale' marktomstandigheden voor herhaling vatbaar zijn, maar eerder meer gematigde, regelmatige overprestaties die in de hand gewerkt worden door een combinatie van sectorallocatie en effectenselectie, zoals in 2013 en 2014.

Kosten

De geschatte lopende kosten (0,77%) van de rebatevrije fondsklasse (Z EUR Acc) vallen hoger uit dan de mediaan van vergelijkbare rebatevrije fondsen binnen de Morningstar categorie Obligaties EUR Bedrijven (0,63%). Het fonds behoort hiermee tot het duurste kwintiel van de categorie, hetgeen de concurrentiekracht van dit fonds niet ten goede komt. Volgens ons kan het fonds goedkoper zijn, gezien de mogelijke schaalvoordelen van Invesco Perpetual.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Niels Faassen

Niels Faassen  is fondsanalist bij Morningstar Benelux.

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten