Om het kaf van het koren te scheiden beoordeelt Morningstar fondshuizen op diverse aspecten. Zo analyseert het de bedrijfscultuur van het fondshuis waarbij men kijkt of ze hun fondsen niet te hard laten groeien met als gevolg dat ze onbeheersbaar worden, of het huis niet te veel afhankelijk is van één sterbeheerder en in hoeverre de organisatie stabiel en financieel gezond is. Verder wordt er gekeken naar de wijze waarop men omgaat met talent. Is het in staat de beste mensen aan te trekken en te behouden? Dit is onder ander op te maken uit het verloop van fondsbeheerders.
Afstemmen van belangen
Bij het onderdeel beleggersvriendelijke praktijken wordt de kwaliteit van het fondsenaanbod bepaald en bekeken hoe het fondsenaanbod tot stand komt. Laat men zich leiden door bepaalde trends en speelt men hier op in door nieuwe fondsen te lanceren? Of redeneert de asset manager meer vanuit zijn eigen kwaliteiten en kijkt het welke fondsen het beste aansluiten op deze competenties? Daarnaast analyseert Morningstar ook de beloningsstructuur van fondsbeheerders om vast te stellen in hoeverre deze zorgt voor een betere afstemming van de belangen tussen beleggers en beheerders. Zijn hun variabele beloningen bijvoorbeeld gekoppeld aan de prestaties van hun fondsen op langere termijn, beleggen beheerders in hun eigen fondsen?
Rentmeesterschap
Uiteraard worden ook een aantal meer operationele aspecten in beschouwing genomen, worden wet- en regelgeving wel voldoende in acht genomen. Transparantie, heldere communicatie met beleggers en lage kosten tellen ook zwaar mee in de eindbeoordeling. De fondsanalisten van Morningstar beoordelen fondshuizen op al deze aspecten om uiteindelijk te bepalen in welke mate beleggersbelangen goed worden behartigd. Kortom in hoeverre het fondshuis zich een goed rentmeester toont voor zijn fondsbeleggers.