Het woord pensioen wordt vaak uitgesproken in combinatie met het woord verzekering of in één woord: pensioenverzekering. Verzekeren, weten we, kost geld en moet je alleen doen als je niet zelf het risico kunt dragen. Als je bulkt van de centen heb je dus niet of nauwelijks verzekeringen nodig. Je eigen vermogen is dan als het ware een verzekering die voor alle eventualiteiten dekking biedt. Maar wat verzeker je nu eigenlijk met een pensioenverzekering? En is dat wel zo nodig?
Pensioen gaat over verschillende scenario's in iemands leven. We associëren het vrijwel altijd met stoppen met werken en ouderdom. Wat minder mensen weten, is dat ook de scenario's overlijden en arbeidsongeschiktheid bij pensioen horen.
Overlijden
We starten doorgaans met pensioensparen als we beginnen met werken. De meesten van ons werken in loondienst. Ook veel ondernemers hebben, voor ze hun bedrijf oprichtten, eerst een betaalde baan gehad. Via onze werkgever nemen we deel in een pensioenregeling en storten elk jaar een beetje in ons pensioenpotje. Na veertig jaar is dat genoeg voor een mooie oudedagsvoorziening. Maar wat als je die veertig jaar niet haalt? Omdat je ziek wordt of, erger nog, overlijdt? Dan stopt je pensioenopbouw, maar start de uitkering aan de nabestaanden al nog voordat het potje voldoende gevuld is. Hier is sprake van een risico dat we niet zelf kunnen dragen. Een verzekering biedt uitkomst.