De gevaren van nabestaandenpensioen op risicobasis

In haar consumentennieuwsbrief van januari waarschuwt de AFM voor het nabestaandenpensioen. Dit is terecht, want veel mensen lopen daarbij, zonder dat ze het weten, grote risico’s. Bijzondere aandacht verdient het zogenaamde nabestaandenpensioen op risicobasis.

Greetje Remmerde 26 februari, 2016 | 12:40
Facebook Twitter LinkedIn

Er zijn twee manieren om het nabestaandenpensioen te financieren, te weten op kapitaalbasis of op risicobasis.

Wanneer het nabestaandenpensioen op kapitaalbasis gefinancierd is, bouw je zelf het kapitaal op waarmee je aanspraken (deels) gefinancierd kunnen worden. Als je spaarpot nog te klein is, zeker als je jong bent en net begint met werken, wordt het verschil overbrugd door middel van een dalende risicoverzekering. Naarmate je spaarpot groeit, wordt het te verzekeren bedrag steeds kleiner.

Als je pensioen op risicobasis is verzekerd, heb je geen spaarpot, maar alleen een verzekering. In dat geval wordt het te verzekeren bedrag niet kleiner door de tijd heen.

Gevaren
Wat maakt het nou uit, of je het bedrag zelf spaart of verzekert, zou je op het eerste gezicht zeggen. Als je pensioenregeling je hele leven gelijk blijft, maakt het ook weinig uit. Pas als je gaat veranderen van baan - en daarmee dus ook van pensioenregeling - kunnen er problemen ontstaan.

Als je uit dienst treedt bij je werkgever, stopt ook je deelname aan de pensioenregeling. Daarmee vervalt ook meteen de dekking voor het nabestaandenpensioen. Pas als je weer een nieuwe baan vindt, met bijbehorende pensioenregeling, zijn je nabestaanden weer gedekt. En dan alleen mits je gebruik kan maken van waardeoverdracht; bij een nabestaandenpensioen op risicobasis waarbij geen waarde wordt overgedragen is er een probleem. En dat probleem is vaak groter dan je denkt.

Voorbeeld
Een voorbeeld ter illustratie. We nemen een werknemer die een pensioengrondslag (pensioengevend salaris – franchise) heeft van € 20.000 en 40 jaar pensioen opbouwt tegen 1,5%.

Zijn maximaal te bereiken ouderdomspensioen is dan 40 x 1,5% x 20.000 = € 12.000. De overblijvende partner heeft in geval van overlijden recht op een nabestaandenpensioen (op risicobasis) van 70% x € 12.000 = € 8.400.

Stel dat deze werkgever nu na 25 jaar besluit om van werkgever te wisselen. Zijn maximaal te bereiken pensioen is dan nog 15 X 1,5% x 20,000 = € 4.500. En het bijbehorende nabestaandenpensioen nog maar € 3.150. Een behoorlijke verslechtering dus!

Conclusie
Als je alleengaand bent, of je hebt een partner die zelf goed verdient, is er mogelijk niets aan de hand. Maar als je gezin wel afhankelijk van jouw inkomen is en in de problemen komt als dat plotseling wegvalt, dan is het belangrijk om na te gaan hoe jouw partnerpensioen is geregeld.

Als blijkt dat dit voor jou onvoldoende is, verzeker je dan bij. De premie voor een losse overlijdensrisicoverzekering is ongeveer net zo hoog als de verzekering voor je iPhone. Het motto blijft natuurlijk wel: verzeker precies genoeg! Niet te veel en niet te weinig.

Disclaimer - Op verzoek van Morningstar schrijft Greetje Remmerde van pensioendoehetzelf.nl over personal finance met de nadruk op pensioen. Haar columns helpen mensen om betere beslissingen voor hun pensioen te nemen. Meningen en visies in deze artikelen zijn die van de externe partij en niet van Morningstar. Morningstar is op geen enkele wijze verantwoordelijk voor de inhoud. De informatie in dit artikel is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.

Eerdere columns van Greetje Remmerde:

- 7 Redenen om niets aan je pensioen te doen

- Vroeger was alles beter. Behalve voor de tontine

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Greetje Remmerde  Greetje Remmerde schrijft als freelancer voor Morningstar voornamelijk over pensioen en personal finance.

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten