Dit zijn de interessantste bedrijven in windenergie

Bedrijven die zich bezighouden met windenergie hebben in principe goud in handen – maar niet allemaal. Dat was de conclusie van het eerste deel over de industrie rondom windenergie. In dit tweede deel kijken we specifiek naar de vier favoriete bedrijven van Morningstar in deze industrie: RWE, Orsted, AEP en ENGI.

Rentsje de Gruyter 12 oktober, 2022 | 12:01
Facebook Twitter LinkedIn

Wind Vestas

De schoonste en goedkoopste bron van energie: dat is onder aan de streep in vele landen windenergie. Veertig keer schoner dan gas en vijfenzeventig keer zo schoon als steenkool – de twee fossiele energiebronnen waar de wereld nu meer dan de helft van haar energie uit haalt. Tegen die logica valt onderhand weinig meer in te brengen. En dan is het ook nog zo dat windturbines, zoals windmolens tegenwoordig vaak genoemd worden, steeds meer energie ‘vangen’, onder andere doordat de molens én wieken steeds groter zijn.

Maar dat wil nog niet zeggen dat álle bedrijven die zich bezighouden met windenergie even lucratief zijn om in te beleggen. In het eerste deel van deze tweedelige serie legde aandelenanalist Matthew Donen van Morningstar al uit waarom hij bijvoorbeeld aandelen van windturbinefabrikanten geen verstandige investering vindt. Lang verhaal kort: omdat er heel veel concurrentie is op deze markt, wat de prijzen laag houdt.

En ook omdat deze fabrikanten opdraaien voor het gros van de torenhoge investeringskosten voor windturbines. Nee, dan ziet analist Donen de toekomst rooskleuriger in van een aantal grote spelers in de wereld van windenergie, zoals nutsbedrijven die vooroplopen met duurzame energie en ontwikkelaars van grootschalige windmolenparken. Hij onderzocht de huidige staat en toekomstplannen van in totaal dertien partijen; in dit artikel geven we de belangrijkste conclusies weer over zijn vier favorieten.

 

RWE: steeds meer windmolenparken

Te beginnen met twee grote Europese energieleveranciers: Orsted en RWE. Het Duitse RWE (RWE) is al langer een van de favorieten van Morningstars analistententeam, onder meer omdat het wereldwijd de op een na grootste exploitant is van offshore windmolenparken – ofwel: parken op zee. Goed om te weten, want beleggers associëren RWE vaak vooral met zijn bepaald niet duurzame staat van dienst als gebruiker van bruinkool en steenkool om elektriciteit op te wekken. Daarbij helpt het niet dat RWE gezien het dreigende tekort aan energie deze winter (met dank aan de oorlog tussen Rusland en Oekraïne) besloten heeft zijn kolencentrales langer open te houden dan gepland.

RWE staat ook bekend als producent van kernenergie, een energiebron waarover de meningen verdeeld zijn: is het nu wel of niet een duurzame energiebron? Het probleem van nucleair afval is voer voor discussie. Toch is uit berekeningen van Morningstar's analisten al eerder gebleken dat RWE in 2024 – ondanks zijn niet-duurzame activiteiten – al driekwart van zijn operationele winst uit zonne- en windenergie zal halen.

Duidelijk is in elk geval dat RWE op het moment ondergewaardeerd is op de beurs. De analisten van Morningstar zetten de Fair Value op €50, terwijl de actuele beurskoers rond de €37 schommelt. Volgens analist Donen zal RWE het meest profiteren van de energietransitie en de ommezwaai van fossiel naar windenergie dankzij zijn nummer 2-positie op deze markt.

Daar komt nog bij dat RWE’s capaciteit op het gebied van windenergie nog veel groter gaat worden: afgelopen winter deed het met succes mee aan een Amerikaanse veiling en verwierf daarbij een leasecontract voor de ontwikkeling en exploitatie van een groot windmolenpark in zee bij de kust van New York. Daarmee betreedt RWE voor het eerst ook de Amerikaanse markt, nadat het eerder in Europa al 17 windmolenparken opzette. En niet te vergeten: RWE profiteert natuurlijk ook sterk van de huidige, torenhoge elektriciteitsprijs.

 

Orsted: wereldleider in windenergie

Ook de wereldmarktleider in windenergie, het Deense Orsted (ORSTED), is uiteraard spekkoper, gezien de grote populariteit van windenergie. Analist Donen wijst erop dat de onderneming het goed heeft gedaan bij recente veilingen in het Verenigd Koninkrijk voor de ontwikkeling en exploratie van windmolenparken op zee. Daar haalde RWE ook een deel van de buit binnen, maar Orsted kwam als grote winnaar uit de bus volgens de analist.

Op het gebied van dit soort offshore windmolenparken heeft Orsted al veel ervaring opgedaan de afgelopen decennia. Begint RWE net op de Amerikaanse markt, Orsted is daar al marktleider. Eerder dit jaar becijferden Morningstar-analisten al dat windenergie goed is voor 85% van de winst bij Orsted.

Wat betreft de waardering van het aandeel: die is in de afgelopen maanden sterk gedaald. Eind juli stond die bijvoorbeeld nog rond de 800 Deense kronen (omgerekend circa €107,50). Nu schommelt Orsted tussen de 580 en 630 Deense kronen (rond de €78 à €85). De Fair Value bedraagt volgens Morningstar-analisten 920 Deense kronen per aandeel, oftewel zo’n €123,70. Het aandeel Orsted is dus sterk ondergewaardeerd.

 

AEP en ENGI: favoriete Amerikaanse spelers

Naast twee bovengenoemde Europese spelers RWE en Orsted is Morningstar-analist Matthew Donen ook enthousiast over de huidige positie van twee Amerikaanse bedrijven op windenergiegebied. Dat zijn American Electric Power (AEP) en NextEra Energy (ENGI), die beide tot de grootste elektriciteitsbedrijven van de Verenigde Staten behoren.

AEP: sterk schommelende koers
Om te beginnen met AEP: dat levert stroom aan meer dan vijf miljoen burgers in elf Amerikaanse staten. Het beschikt over de infrastructuur voor energiedistributie die in de toekomst een cruciale rol zal gaan spelen in de energietransitie, volgens Donen. Die infrastructuur is overigens nu al goed voor de meeste inkomsten van de energieleverancier.

AEP’s plannen zijn om voor 2030 in totaal voor 15 gigawatt aan duurzame energie toe te voegen in de vorm van windmolen- en zonne-energieparken. Tegelijkertijd wil het in deze periode een deel van zijn steenkoolproductie staken (goed voor bijna 5,3 gigawatt).

Het aan de Nasdaq genoteerde bedrijf was deze zomer nog overgewaardeerd, maar inmiddels is dat omgeslagen. Was het aandeel destijds meer dan $100 waard, nu is daar nog maar omstreeks $85 van over. Het is niet de eerste keer dat de waardering zo sterk fluctueert, want al langere tijd schommelt die behoorlijk op en neer. Vergeleken met Morningstar's Fair Value van $92 per aandeel AEP is het aandeel nu licht ondergewaardeerd.

ENGI: best of both worlds
Morningstar bestempelt dit aandeel tot een van zijn top picks, omdat ENGI ‘het beste van twee werelden verenigt’. Dat wil zeggen: het opereert op de gereguleerde Amerikaanse en Canadese elektriciteitsmarkt én beschikt over een groeiende duurzame energietak. Volgens analist Donen is er zelfs geen enkel ander nutsbedrijf in de Verenigde Staten dat zó sterk zal profiteren van de energietransitie en de schone-energieplannen van president Biden. De duurzame tak zit zowel in zonne- als in windenergie en exploreert enkele van de meest gewilde locaties in de Verenigde Staten.

Het aandeel ENGI noteert op de New Yorkse beurs omstreeks $76. Bij een Fair Value van $78 die Morningstar er aan toekent, is het aandeel fair gewaardeerd, dat wil zeggen niet echt onder- of overgewaardeerd. Dat was afgelopen zomer wel anders: ENGI piekte half augustus op de beurs nog rond de $90, maar is afgelopen maand weer een stuk in waarde gedaald.

 

 

Nog een paar interessante bedrijven

Tot slot nog aandacht voor enkele bedrijven die volgens analist Donen wel interessant zijn, maar de nodige heuvels en bergen voor de boeg hebben: Vestas en de grote Europese integrated oil bedrijven. Net als Vestas hebben de oliereuzen BP, TotalEnergies en Shell recent veel geld geïnvesteerd in windmolenparken. Maar zij staan op achterstand bij Vestas dat zich puur op windenergie richt en daardoor een voorsprong heeft in ontwikkeling en marktaandeel.

Het zal volgens de analist nog een tijd duren voordat de oliereuzen de draai hebben gemaakt en duurzame energieleveranciers zijn geworden. Voor ten minste de komende vijf jaar zullen hun inkomsten en het leeuwendeel van hun kasstromen blijven komen uit fossiele brandstoffen.

Vestas (VWS), de Deense fabrikant van windturbines, die de molens bouwt, plaatst en onderhoudt, zal volop profiteren van de energietransitie. Maar gezien de eerder genoemde sterke concurrentie en prijsdruk op deze markt denkt Donen dat het rendement van dit aandeel voor beleggers mogelijk beperkt zal blijven. Daar werkt de focus een beetje tegen Vestas: het doet alleen windmolens en als in die tak van sport de marges krimpen, dan kan het dat niet goed opvangen. Wel is het aandeel momenteel ondergewaardeerd, met een koers die rond de 135 Deense kronen schommelt (omgerekend circa €18). De Fair Value die Morningstar er aan toekent is 176 Deense kronen (omgerekend €23,66).

 

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Rentsje de Gruyter  Rentsje de Gruyter schrijft freelance voor Morningstar Benelux.

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten