ING IM: Europese en Japanse aandelen nemen het voortouw

OUTLOOK 2014: Morningstar bezoekt diverse fondshuizen om te horen wat zij verwachten voor komend jaar en wat ze beleggers adviseren. Dat advies koppelen we aan de beste beleggingsfondsen. Deel 2: ING IM ziet geen reden om bezorgd te zijn voor een zeepbel op de aandelenmarkt.

Maarten van der Pas 28 november, 2013 | 15:02
Facebook Twitter LinkedIn

Wat is de prognose voor de economische groei van Europa, de Verenigde Staten, Japan, China en opkomende landen? Wat speelt er rond tapering, forward guidance en debt ceiling? In welke effecten steken vermogensbeheerders hun geld en wat kunnen beleggers daarvan leren?

Morningstar maakt een rondje langs enkele fondshuizen om hun verwachtingen voor 2014 te horen. Om beleggers te helpen brengen we niet alleen de outlook, maar presenteren we ook de beste beleggingsfondsen in de vermogenscategorieën die de voorkeur hebben van de vermogensbeheerders. Na eerder Deutsche Asset & Wealth Management nu ING IM.

“Zit ik in het positieve kamp? Ja. Had ik al in aandelen moeten zitten? Ja, maar het is nog niet te laat. Is er met de huidige recordhoogtes van aandelenindices een correctie te verwachten? Geen reden tot bezorgdheid”. Valentijn van Nieuwenhuijzen (foto), head of strategy multi asset bij ING IM, is duidelijk op een recente bijeenkomst waar hij zijn visie op 2014 presenteert. Maar maakt meteen ook een nuancering. “Er is reden om gematigd positief te zijn."

Voor 2014 voorziet ING IM een wereldwijde groeiversnelling. In feite een continuering van de trend die in 2013 is ingezet. De wereldeconomie plust met 3,3 procent. Van Nieuwenhuijzen: “De tegenwind die de schuldenberg bood is in 2014-2015 niet meer zo groot om de economische groei te belemmeren. Bij alle grote economieën is de invloed van deleveraging op de publieke en private sector kleiner.”

Van Nieuwenhuijzen’s gematigde optimisme wordt ingegeven door de door de neer- en opwaartse risico’s die hij ziet. “Aan de onderkant is er politieke onzekerheid in het westen, zoals in de perifere landen van de eurozone en in de Verenigde Staten waar beging volgend jaar de debt ceiling weer speelt. Ook kunnen opkomende markten in een vicieuze cirkel terechtkomen als een uitstroom van kapitaal leidt tot een zwakkere munt, wat weer leidt tot strakkere financiële condities en wat op zijn beurt leidt tot een zwakkere binnenlandse vraag.” Aan de bovenkant ziet de econoom in een te sterke groei van ontwikkelde markten ook een risico.

Zorgen bij beleggers voor een zeepbel op de aandelenmarkt vindt Van Nieuwenhuijzen prematuur. “Ondanks de koppen van recordhoogtes voor aandelenindices zijn aandelen in verhouding tot de stand van de economie en vastrentende activa nog steeds aantrekkelijk gewaardeerd. Er is geen reden om bezorgd te zijn voor een correctie. Een nieuw record zegt niet alles. Zolang de onderliggende economie groeit komen er nieuwe hoogtes. Kijk naar de aantrekkelijkheid in relatie tot de economie en andere vermogenscategorieën.”

Van Nieuwenhuijzen wijst erop, dat aandelenkoersen veel harder zijn gedaald dan de economische groei. “Hierdoor lijkt de stijging van de aandelenkoersen buitenproportioneel, maar ze anticiperen op verder economisch herstel. De richting van het economisch herstel is goed, maar we zijn nog maar een stukje uit het ravijn omhoog geklauterd en er zijn nog allerlei structurele problemen die moeten worden opgelost. Dat maakt het koersherstel niet extreem. Als de koersen worden vergeleken met andere vermogenscategorieën en de winstgevendheid van bedrijven dan is het niet extreem.”

Macro-economie
De Amerikaanse economie zal volgens ING IM in 2014 bovengemiddeld groeien met 2,9 procent. Binnen Europa groeit de eurozone met 1,3 procent en het Verenigd Koninkrijk met 2,3 procent. De Japanse economie neemt met 2,1 procent toe en China groeit minder hard dan in het verleden, maar nog altijd met 6,6 procent. “In het uitbodemen van de economie en het inzetten van de herstelfase staat de VS voor op Japan en Japan voor op Europa”, stelt Van Nieuwenhuijzen vast.

Europa
Voor Europa verwacht de Haagse vermogensbeheerder een normale, potentiële groei. “De afgelopen jaren had het begrotingsbeleid van Europese overheden een negatief effect op de economische groei, maar in 2014 niet meer omdat er dan minder wordt bezuinigd. Budgettaire en kredietbelemmeringen zijn veel lager dan in de recessiejaren 2011 en 2012.”

Toch moet de eurozone volgens Van Nieuwenhuijzen meer doen, maar keert de hoop terug. “De vooruitgang in het verkleinen van de onevenwichtigheden is gemengd. Het verschil in concurrentievermogen tussen landen neemt af en de concurrentiepositie van de perifere landen is sterk verbeterd. Maar de balansen van de perifere landen zijn echter nog steeds zwak en het risico omtrent de gezondheid van banken en de financiële fragmentatie is er nog steeds. ”

Van Nieuwenhuijzen wijst erop dat Italië en Frankrijk achterblijven bij de verbetering van hun concurrentiepositie. In deze landen zijn de arbeidskosten veel minder hard gedaald ten opzichte van Duitsland dan in Spanje, Ierland en Griekenland. “De lagere loonkosten van Spanje, Ierland en Griekenland zie je terug in de toegenomen export. De uitdaging voor Europa zit in het middenveld met Frankrijk en Italië. Deze landen hebben veel concurrentiekracht ten opzichte van Duitsland verloren en hebben dat niet ingelopen. De bereidheid om aan te pakken is er niet, zoals het flexibeler maken van de arbeidsmarkt. Hier is sprake van een structureel probleem.”

Door de verbeterde conjunctuur en kredietgroei aan bedrijven is het groeiperspectief voor Europa verbeterd, maar vanwege Frankrijk en Italië is er geen bovenpotentiële groei, aldus Van Nieuwenhuijzen.

Het risico van deflatie voor de eurozone moet volgens de econoom wel serieus worden genomen. “In Zuid-Europa is er nauwelijks nog sprake van prijsverhoging. De grootste verrassing kwam uit Italië. Daar werd een verhoging van de BTW volledig opgenomen in de marge en niet doorberekend in de prijzen, omdat de vraag te klein is. Een Japan-scenario zal echt nog een paar jaar duren, maar als de trendmatige daling van het prijspeil is ingezet dan is deze lastig te keren. De ECB moet in de eurozone een evenwicht zien te realiseren tussen een prijsverhoging in Noord-Europa en een minder grote verhoging in Zuid-Europa.”

Verenigde Staten
Bovenpotentiële groei is er in 2014 wel in de Verenigde Staten. Van Nieuwenhuizen: “De VS is al verder dan Europa.” De tapering zal in maart 2014 plaatsvinden, verwacht Van Nieuwenhuijzen, met een risico dat het al in februari gebeurd. “De Fed zal voorzichtig zijn omdat begin volgend jaar ook de discussie over de debt ceiling weer speelt”

Japan
Japan beweegt volgens ING IM de goede kant op. De vermogensbeheerder gaat er vanuit dat premier Shinzo Abe er met zijn 'Abenomics' in slaagt om de economie te blijven stimuleren. Wel zal er meer moeten gebeuren om de spaargelden van bedrijven te deblokkeren en blijft de verhoging van de verbruiksbelasting een neerwaarts risico. Van Nieuwenhuijzen: “De zon is opgegaan in de Japanse economie, maar het is de vraag of hij blijft schijnen.”

Opkomende markten
Over opkomende markten heeft ING IM nog altijd zorgen, onder meer door de stormachtige kredietstijging in de afgelopen jaren. De problemen zijn volgens Van Nieuwenhuijzen groot en zitten aan de aanbodkant van de economie. Daar moeten volgens hem structurele hervormingen plaatsvinden. “Er worden in Azië links en rechts wel stapjes gezet maar die zijn niet groot genoeg. De zogenaamde ‘Fragile Five’ –Brazilië, Indonesië, India, Turkije en Zuid-Afrika - hebben verkiezingen en dan is er weinig politieke bereidheid om structurele veranderingen door te voeren.”

Asset allocatie
Op grond van het wereldwijde herstel waarbij de risico’s aan de onderkant zijn afgenomen door beleidsmaatregelen, gaat de voorkeur van ING IM uit naar aandelen. De vermogensbeheerder is voorzichtig wat betreft staatsobligaties en opkomende markten. “Over aandelen zijn we behoorlijk optimististisch. De koersen zullen in 2014 worden opgedreven door betere winstfactoren. Europese, Japanse en cyclische aandelen zullen daarbij het voortouw nemen.” Binnen Europese aandelen gaat de voorkeur uit naar de periferie van de eurozone en in het bijzonder naar Spanje en Italië.

De vooruitzichten voor Japan vindt Van Nieuwenhuijzen op lange termijn goed vanwege sterke economische gegevens, hogere winstgroei bij bedrijven en het soepele monetaire beleid dat nog geruime tijd zal aanhouden.

Vastrentende waarden zitten in een klimaat van rendementen die op een recorddieptepunt zitten met rentes op staatsobligaties die klimmen en spreads die zich op een historisch gemiddeld niveau bevinden. Afgezet tegen macro- en microtrends zoals bedrijfswinsten, balansen en faillissementen blijven de spreads aantrekkelijk. Bij staatsobligaties heeft ING IM een onderwogen positie, maar wel een overwogen positie in staatspapier van de perifere eurolanden. Van Nieuwenhuijzen: “De onderweging is een anticipatie op de rentestijging, die overigens niet dramatisch zal zijn.” De positie in spreads is overwogen met een stevige overweging in high yield obligaties.

Het neerwaartse risico van aandelen en obligaties uit opkomende landen is hoog door lage risicopremies, lage reële rente en hoge wisselkoersen. ING IM heeft overwogen posities ingenomen in Korea, Taiwan en Mexico. Dat zijn volgens de vermogensbeheerder markten met beperkte macro-onevenwichtigheden en een onaangetast concurrentievermogen die kunnen profiteren van het vraagherstel in ontwikkelde markten.

Onderwogen posities zijn er daarentegen in Indonesië, Zuid-Afrika en Brazilië. Deze drie landen hebben te lijden onder grote macro-onevenwichtigheden, een gebrek aan duidelijke hervormingen en een groot aantal lokale bezittingen die in buitenlandse handen zijn. Ook de posities in Thailand en Maleisië zijn onderwogen. Deze landen lopen een verhoogd politiek risico en de sterke toestroom van kapitaal heeft de kredietgroei tot grote hoogte opgestuwd.

Multi-asset fondsen
Op een eerdere bijeenkomst dit jaar zette Hans Stoter, chief investment officer bij ING IM, uiteen dat de vermogensbeheerder wil inspelen op de trend van mixfondsen met een vast streefrendement. Volgens hem wordt er in het Verenigd Koninkrijk door beleggers al vaker gekozen voor dit type fondsen die een stabiel rendement van 5, 6 of 7 procent per jaar beogen. Stoter wil de multi-asset tak van ING IM volgend jaar laten groeien. De vermogensbeheerder start in januari met een eigen execution only platform waarop in eerste instantie vooral multi-asset fondsen worden aangeboden.

In onderstaande tabel staat de top 10 beleggingsfondsen in de Morningstar-categorie ' Mixfondsen EUR neutraal – wereldwijd’ met het hoogste rendement in de afgelopen 3 jaar. Verder bevat de tabel alle fondsen met een Analyst Rating in deze categorie. Hiermee kijkt ook Morningstar vooruit.

De Morningstar Rating of sterrenrating is 'slechts' een beoordeling van het historisch rendement van een beleggingsfonds (gecorrigeerd voor risico). Maar de Analyst Rating blikt vooruit en zegt wat over toekomstige prestaties. Van fondsen met een waardering 'Gold', 'Silver' of 'Bronze' verwachten de analisten van Morningstar dat ze door een economische cyclus heen beter presteren dan de benchmark en/of het gemiddelde van de categorie (klik op de tabel voor een vergroting).

 

Stay tuned. Lees de eerder verschenen outlook van Deutsche Asset & Wealth Management. Er volgen nog economische verwachtingen van –onder meer - BNP Paribas, Robeco, Kempen en JP Morgan.

 

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Maarten van der Pas

Maarten van der Pas  is Financial Markets Editor bij Morningstar Benelux

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten