Kaalslag Nederlandse aandelenfondsen

Actief beheerde Nederlandse aandelenfondsen vormen een uitstervend ras. Je hebt tegenwoordig nog net twee handen nodig om het aantal beschikbare fondsen te tellen. Ter vergelijking: tien jaar geleden kon een belegger nog kiezen uit dertig tot veertig fondsen. Nu was die overdaad wellicht reden voor keuzestress, maar de afname in het aanbod mag inmiddels gerust een kaalslag worden genoemd.

Ronald van Genderen 03 november, 2016 | 15:30
Facebook Twitter LinkedIn

De afname van het aantal fondsen zal deels te verklaren zijn uit het feit dat veel fondsen een geringe omvang hadden. Een andere, en wellicht belangrijkere, reden zullen de ondermaatse prestaties van veel van de Nederlandse aandelenfondsen zijn geweest. De fondsen in Nederlandse aandelen die de bekendste index - de AEX - op lange termijn wisten te verslaan, waren dun gezaaid.

Deels zal dat te maken hebben met kosten. Anderzijds is het Nederlandse aandelenuniversum een moeilijk universum om in te beleggen omdat het wordt gedomineerd door een beperkt aantal index-zwaargewichten. De meeste Nederlandse aandelenfondsen hadden de AEX als benchmark en belegden dan ook met name in de large-cap namen.

Het was echter niet of nauwelijks mogelijk om bijvoorbeeld namen als Royal Dutch Shell, Unilever of ING te overwegen, vanwege het feit dat deze aandelen in de index al een gewicht hadden van (ruim) boven de 10%. Vanuit risico overwegingen kan het onverstandig genoemd worden om bijvoorbeeld 20% van de portefeuille in een aandeel te beleggen.

Weinig handel in smallcaps
Daar komt bij dat in kleinere Nederlandse aandelen niet heel veel handel is. Een fonds van een beetje omvang had daardoor ook vanuit liquiditeitsoverwegingen problemen om buiten de AEX om posities van enige omvang in kleinere bedrijven te kopen.

Dit alles leidde er toe dat Nederlandse aandelenfondsen over het algemeen een portefeuille hadden die grotendeels te vergelijken was met de AEX. Nemen we daarbij de relatief hoge kosten van 1 à 2 procent in ogenschouw, dan is het goed verklaarbaar dat Nederlandse aandelenfondsen vaak achterbleven bij diezelfde index.

Hoewel die underperformance verklaarbaar is, maakt het daarmee niet verdedigbaar dat de fondsen over het algemeen niet van toegevoegde waarde voor beleggers waren, oftewel dat ze slechter presteerden dan de AEX index. Het verbod op distributievergoedingen heeft de kosten sinds januari 2014 weliswaar verlaagd, maar lost dit probleem niet volledig op.

Verschraling
Het is dan ook niet vreemd dat we over de afgelopen tien jaar een enorme verschraling gezien in het aanbod van Nederlandse aandelenfondsen. Het merendeel van de fondsaanbieders heeft simpelweg de stekker uit hun Nederlandse aandelenfondsen getrokken.

De laatste jaren zien we echter ook een andere ontwikkeling. Fondsaanbieders hebben onderkend dat ze met een portefeuille die dicht tegen de AEX index aanschurken geen waarde toevoegen voor beleggers. Zo heeft NN voor haar NN Dutch Fund per januari 2014 besloten de benchmark te wijzigen van 100% AEX naar 50% AEX en 50% AMX, hetgeen in de praktijk betekent dat beheerder Arjan Palthe aanzienlijk meer mocht gaan beleggen in mid-cap aandelen en dat in de praktijk ook daadwerkelijk is gaan doen.

Deze stap werd door Robeco gevolgd per januari 2016 toen dat fondshuis exact hetzelfde deed voor Robeco Hollands Bezit. Zij waren echter niet de eerste, want in december 2013 kreeg Holger Weeda, beheerder van BNP Paribas Netherlands, al meer ruimte om in kleinere ondernemingen te beleggen.

Buiten Nederland
Een andere ontwikkeling is dat fondshuizen het universum verruimen tot buiten Nederland. Zo mogen het Delta Lloyd Deelnemingen Fonds en Kempen Oranje Participaties inmiddels in heel Europa beleggen. Voor het fonds van Kempen betekende dit zelfs dat Morningstar het nu als een Europees small-cap fonds beschouwd en niet langer als een Nederlands aandelenfonds.

SNS ging zelfs nog een stap verder. Per eind juni 2016 is het SNS Nederlands Aandelenfonds omgedoopt tot het SNS Europa Aandelenfonds en belegt het in een Europees universum van large-cap aandelen.

De keuze voor beleggers in Nederlandse aandelen is enorm afgenomen. Dat is wellicht te betreuren, maar in onze ogen an sich geen slechte ontwikkeling gezien de ondermaatse prestaties van veel Nederlandse aandelenfondsen in het verleden.

Binnen het huidige aanbod presteren overigens small-cap fondsen als het Add Value Fund en Kempen Orange Fund wel goed. Het Delta Lloyd Deelnemingen Fonds behaalde in het verleden weliswaar goede prestaties, maar over de recentere jaren kent het een zeer teleurstellende performance.

Het zal over langere termijn moeten blijken hoe de verruiming van het universum naar mid- en small-cap aandelen uitpakt voor BNP Paribas Netherlands, NN Dutch Fund en Robeco Hollands Bezit.

Lees ook eerdere columns van Ronald van Genderen:

- Een vrouw trekt vermogen aan. Plus andere succesfactoren voor nieuwe fondsen

- Wenkbrauwgymnastiek

 

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Ronald van Genderen

Ronald van Genderen  is fondsanalist bij Morningstar Benelux

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten