Wat vertellen de stijgende obligatierendementen ons?

De effectieve rendementen op obligaties (yields) zijn wereldwijd aan het stijgen. Dat is goed voor obligatiebeleggers. Maar hoger rendement betekent doorgaans ook een hoger risico. Morningstar zoekt uit of dat ook nu het geval is.

James Gard 06 oktober, 2022 | 14:35
Facebook Twitter LinkedIn

percentage symbol

Obligatierendementen zijn ineens weer groot nieuws. Over de hele wereld stijgen deze effectieve rendementen, ofwel yields, maar omdat obligaties over het algemeen minder goed worden begrepen dan aandelen, weten veel beleggers niet of dit een goede of slechte zaak is. Op het eerste gezicht klinken stijgende rendementen positief omdat houders van obligaties meer uitbetaald krijgen. Maar in een tijdperk van stijgende inflatie en economische turbulentie is niets wat het lijkt.

Het rendement op een aandeel is een functie van de prijs en beweegt in tegengestelde richtingen - een dalende aandelenkoers zal het rendement verhogen en vice versa. En het is hetzelfde met obligaties, waar rendementen en prijzen dagelijks bewegen.

Het gedeelte 'vast' in de term 'vastrentend' verwijst naar de coupon en niet naar het rendement. Als ik een staatsobligatie koop met een looptijd van vijf jaar, krijg ik over die periode hetzelfde bedrag terug als inkomen. Maar de prijs en het rendement van die obligatie zullen gedurende die vijf jaar fluctueren. Ik krijg natuurlijk mijn oorspronkelijke inleg terug als ik de obligatie de volle vijf jaar aanhoud. Dat is een grote aantrekkingskracht voor obligatiebeleggers boven aandelen, waar kapitaalzekerheid geenszins gegarandeerd is.

 

Moet ik nu obligaties kopen?

Er speelt echter een grote "als" mee bij het kopen van obligaties. Uitgevers van schuldpapier, of het nu overheden (lokaal of nationaal) of bedrijven zijn, ze moeten niet in gebreke blijven met het aflossen van hun schulden. Want dan blijven de beleggers in deze obligaties vertsoken van de inkomsten waar ze op rekenen.

Er is een wereld van verschil tussen een obligatie die is uitgegeven door de Zwitserse overheid, die de hoogste 'AAA'-rating krijgt van S&P, en, laten we zeggen, een nieuw technologiebedrijf dat geld probeert op te halen. Je mag aannemen dat de Zwitserse obligatie minder opbrengt dan de aandelen van het technologiebedrijf, omdat het risico van wanbetaling bij de betrouwbare Zwitserse overheid veel kleiner is dan bij de onbewezen tech-start-up. 

Dit risico op default, ofwel in gebreke blijven, speelt vooral in opkomende markten. Op het moment van schrijven levert de 10-jaars staatsobligatie van Zwitserland 1,29% op, maar die van Brazilië 12%. De markt zegt daarmee niet dat Brazilië op het punt staat om in gebreke te blijven, maar wel dat dit een stuk waarschijnlijker is dan voor Zwitserland. Met andere woorden: het risico omtrent Brazilië is veel groter. Het rendementsverschil houdt ook rekening met rentetarieven en inflatie, waarover later meer.

 

Verschillen in Europa

De schuldencrisis in de eurozone mag dan voor veel beleggers inmiddels een verre herinnering zijn, het was een schoolvoorbeeld van hoge rendementen die het risico aanduiden. De Griekse schuld leverde op een gegeven moment een rendement van bijna 30% op. Het land kwam zijn schuldverplichtingen niet na en ging naar het Internationaal Monetair Fonds voor een reddingsoperatie. De 10-jaars staats obligatie van Griekenland levert momenteel ongeveer 4,75% op, net boven de yield op de 10-jaars Britse staatsobligatie.

Naast het compenseren van beleggers voor de hogere risico's, kunnen hoge rendementen ook een signaal zijn dat het erg oppassen is met de betreffende obligaties. Dat is zeker het geval op de markt voor bedrijfsobligaties. Bedrijven met een slechtere kredietwaardigheid (die zogeheten 'junk bonds' uitgeven) moeten hogere rendementen bieden om beleggers te verleiden om het hogere risico te nemen. In goede economische omstandigheden is het aantal wanbetalingen over het algemeen laag en kunnen markten een te hoge prijs op het risico zetten, en dat speelt rendementsjagers in de kaart.

 

Het mechanisme

Om terug te keren naar het mechanisme van de obligatiemarkt: rendementen (yields) gaan omhoog omdat beleggers obligaties verkopen, en daardoor gaan de prijzen omlaag. Dat kan wijzen op een verlies van vertrouwen in de economische of bedrijfsstrategie van de uitgevende instelling. Dus rendementen (yields) kunnen voor beleggers een goede indicator zijn voor hoe risicovol markten een obligatie zien.

Naast het risico vertellen de rendementen op staatsobligaties ons ook iets over de inflatie- en renteverwachtingen. We leven nu in een tijdperk van hoge inflatie en sterk gestegen rentes, zowel in Europa als de Verenigde Staten. De Amerikaanse Federal Reserve neemt forse stappen en naar verwachting zal de Amerikaanse rente eind 2022 door de 4% breken - een éénjarige staatsobligatie levert iets meer dan 4% op.

De economische geschiedenis leert ons dat periodes van stijgende inflatie slecht zijn voor obligaties: nieuwe schulduitgiften moeten hogere rendementen bieden om te kunnen concurreren met assets die een lager risico hebben, zoals contanten. En stijgende rentetarieven betekenen dat de obligatierendementen al snel niet-concurrerend kunnen lijken.

Waar betekent dit voor beleggers, spaarders en hypotheekhouders? Het is duidelijk dat we het tijdperk waarin beleggers heel ongebruikelijk geld toelegden op obligaties om hun kapitaal maar veilig bij nationale overheden te kunnen stallen, achter ond hebben gelaten. Die periode met zijn soms zelfs negatieve rentes was niet zo'n geweldige periode om als nieuwe obligatiekoper de markt te betreden: hoge prijzen en lage opbrengsten. Maar waarom dan obligaties in een beleggingsportefeuille?

Vanwege hun voorspelbare kasstromen en lagere risicoprofiel - vooral bij uitgevers zoals Zwitserland - zijn ze bedoeld om een zekere mate van veiligheid te bieden in volatiele tijden. Tijdens de Covid-crash van maart 2020 was er veel vraag naar deze obligaties als veilige havens. Beleggers waren bereid om het kleine of negatieve rendement te accepteren om maar om een veiliger tyoe activa te kunnen hebben. Toen waren rendementen een ondergeschikte overweging ten opzichte van de beleggingspropositie: het ging bij uitzondering niet zozeer om de hoogte van het rendement, maar om de mate van veiligheid.

 

Ongebruikelijk hoge volatiliteit

Particuliere beleggers zijn doorgaans geen grote partij in de markt voor staatsobligaties, maar deze activaklasse kan wel een plek hebben in uw beleggingsportefeuille. Obligaties hebben recentelijk wereldwijd een hoge volatiliteit laten zien, en dat is ongebruikelijk voor een activaklasse die als stabieler wordt beschouwd dan aandelen. "Het was de volatielste obligatiemarkt sinds de jaren '90", zegt Peter Marchese, senior fondsanalist bij Morningstar. Dat weerspiegelt de onzekere omgeving van 2022 tegen de achtergrond van de oorlog in Oekraïne, de inflatiespiraal, de energiecrisis en de stijlrotatie naar waarde.

Stijgende rendementen op bedrijfsobligaties geven gemengde signalen: een belegger kan worden verleid door de betere rendementen, maar de volgende uitgifte van bedrijfsobligaties kan een nóg hoger rendement bieden. En laten we teruggaan naar het oorspronkelijke doel van obligaties: de uitgever, of dat nu een bedrijf of een overheid is, wil geld ophalen. Als de kosten daarvan hoger worden in vorm van een stijgende rente, en de uitgevende partij heeft ook nog eens te maken met andere kostenstijgingen, zoals grondstoffen en arbeid, dan zal er iets in de knel komen. Misschien wel de aflossing op de obligaties.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

James Gard  James Gard is editor bij Morningstar.co.uk.

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten