Toppers aan het woord: Arnold Gast – Delta Lloyd Euro Credit Fund

Het Delta Lloyd Euro Credit Fund won een Morningstar Award voor beste bedrijfsobligatiefonds. “Wij kopen geen obligaties, wij verstrekken leningen.”

Maarten van der Pas 12 april, 2012 | 0:25
Facebook Twitter LinkedIn

“Dit fonds heeft een ervaren en stabiel team met een sterke focus op risicomanagement. In 2011 liet het met een rendement van 3,84 procent maar liefst 90 procent van de concurrerende fondsen achter zich. Ook op de langere termijn scoort het fonds in de hoogste regionen.” Met deze woorden overhandigde San Lie (head of research Morningstar Benelux) vorige week een Morningstar Award aan Arnold Gast voor de goede prestaties van Delta Lloyd Euro Credit Fund . Het fonds won in de categorie ‘Bedrijfsobligaties EUR’. Gast is hoofd bedrijfsobligaties bij Delta Lloyd en in die functie ook verantwoordelijk voor het winnende fonds.

Morningstar verhoogde recent haar waardering voor het Delta Lloyd Euro Credit Fund van ‘Neutral’ naar ‘Bronze’. De term ‘Euro’ in de naam kan misleidend zijn, want het fonds belegt niet uitsluitend in bedrijfsobligaties uitgegeven in euro. Er worden ook dollarobligaties gekocht waarbij het valutarisico wordt afgedekt. En euro-obligaties zijn niet alleen in de eurozone te vinden, wereldwijd geven ondernemingen schuldpapier in euro uit.

Momentum
Bedrijfsobligaties hebben momentum. Uit gegevens van Morningstar blijkt dat beleggers in februari massaal in bedrijfsschuld stapten en dan met name de high yield variant. Consultant Dealogic maakte eerder deze week bekend dat Europese bedrijven voor hun financiering steeds vaker een beroep doen op de kapitaalmarkt. Ze geven meer obligaties uit en kloppen voor hun kapitaalbehoefte minder vaak aan bij banken. EnBoele Staal, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken, zei woensdag in een interview in Het Financieele Dagblad dat Nederlandse bedrijven zich voor hun financiering niet alleen maar automatisch tot banken moeten wenden, maar ook op zoek moeten gaan naar alternatieve financieringsbronnen.

Merk je dat de markt voor bedrijfsobligaties groter wordt?
Gast:
“De bedrijfsobligatiemarkt ontwikkelt zich de laatste jaren in de breedte. Waren het eerst voornamelijk investment grade ondernemingen, nu zie je ook meer risicovolle ondernemingen een beroep doen op de kapitaalmarkt. Maar in vergelijking met de Verenigde Staten is het nog beperkt. Daar geldt de 80-20 regel: voor 20 procent van hun kapitaalbehoefte gaan ondernemingen naar een bank en voor 80 procent naar de kapitaalmarkt. In Europa is dat omgekeerd.

In de VS is de markt voor bedrijfsobligaties ook veel breder en dieper, in Europa zijn het nog de beste bedrijven die toegang  hebben. Maar de wal keert momenteel het schip. Eerst wilden bedrijven wel, maar banken niet. Nu druk op banken groter is om hun kapitaalbuffers en balansen op orde te hebben lenen ze minder uit aan bedrijven, waardoor deze op de kapitaalmarkt terecht komen.”

Delta Lloyd Euro Credit Fund hoeft niet per se de winnaars, maar wil verliezaars vermijden. Wat is het doel van het fonds?
Gast: “Onze filosofie is dat we niet de randjes opzoeken op jacht naar het snelle rendement maar kijken naar de lange termijn. Ik kan wel de hele dag op de Bloomberg-terminal kijken en klikken, maar dat leidt tot bewustzijnsvernauwing. Dan weet je op een gegeven moment niet meer wat je aan het doen bent. Ik heb monetaire economie gestudeerd en ben meer van het totaalplaatje dan van de waan van de dag op de obligatiemarkt. De balans tussen risico en rendement slaat bij ons eerst uit naar het beperken van risico en daarna naar het boeken van rendement. Wij kopen geen obligaties, wij verstrekken leningen. Vanuit dat standpunt doen wij dat aan ondernemingen die we kennen en waarvan we zelf een risico-inschatting maken.”

Je laat bewust rendement lopen?
Gast:
“Ja. Sterker nog: we nemen soms ook enkele maanden van underperformance voor lief. Een langetermijnvisie is soms tegen de markt in bewegen en dat is weleens lastig. Op sommige momenten bouwen we al risico af, terwijl er nog momentum is. De vraag is: hoe lang dendert dat momentum nog voort? Het is een spanning tussen ratio en gevoel, maar gevoel mag best een rol spelen bij beleggen. Ik beleg liever niet vanuit modellen.”

Wanneer was er zo’n moment?
Gast: “In 2007 waren wij al het risico aan het verkleinen en hebben we obligaties van financials verkocht. Eind 2008 zijn we weer financials gaan kopen. Opdat moment –na  het faillissement van Lehman Brohers- liep het bloed nog door de straten, maar de koersen waren laag. Uiteindelijk hadden we nog wat later –begin 2009- moeten kopen, want toen was de bodem voor obligaties van financials pas echt bereikt. Maar van die anticyclische visie toen hebben we nu nog profijt.”

Je filosofie betekent ook afwijken van de index?
Gast: “Ja. Volg je de index, dan betekent koop je alles wat op de markt komt. Het risico is dan groter. Begin dit jaar kwamen er veel uitgiftes van bedrijfsobligaties uit de periferie van Europa op de markt. Die hebben we vanuit onze langetermijnfilosofie links laten liggen omdat we niet achter elk rendement aanrennen.”

Het team achter het fonds is de laatste jaren verdubbeld van 5 naar 9 man. Waarom?
Gast: “De wereld is complexer geworden en daarom hebben we meer specialisten nodig. En er doen zich kansen voor op delen van de markt zoals in emerging markets en high yield die meer huiswerk vergen. Dat huiswerk maken we zelf.”

Hoe is de taakverdeling in het team?
Gast: “We hebben specialisten per land en per sector. Analist, portfoliomanager en trader zijn bij ons geen aparte functies maar verenigd in één persoon. Een teamlid beslist zelf wat, waarom en wanneer hij koopt. Dat zijn allemaal microbeslissingen en ik houd de grote lijn in de gaten. We geloven erin om die functies bij één persoon neer leggen om zo meer overwogen beleggingsbesluit te kunnen nemen, zonder dat het over drie schakels gaat en de verantwoordelijkheid versnippert.”

Beleg je in je eigen fonds?
Gast:
“Ja, maar indirect. We zijn een langetermijnbelegger en ik en mijn teamleden worden dan ook op de langetermijn afgerekend. Onze variabele beloning wordt drie jaar vastgehouden en in het fonds belegd.”

Wat moet de vastrentende belegger. Staatsobligaties zijn ook niet meer wat ze geweest zijn?
Gast:
“Stel jezelf als obligatiebelegger eerst de vraag of je rendement of veiligheid zoekt. Spreid je investeringen over staats- en bedrijfsobligaties en over verschillend soorten obligaties. Zoek de balans. En dat bedoel ik ook letterlijk. De financiële wereld heeft de laatste jaren teveel op de winst- en verliesrekening gefocust. Maar het gaat om de balans en de schuldenratio’s die daaruit zijn af te leiden.”


In onderstaande tabel staan alle in Nederland verkrijgbare bedrijfsobligatiefondsen (EUR) met een Morningstar Analyst Rating van 'Bronze' of hoger. Ze zijn gerangschikt op hun rendement over de laatste drie jaar.

Beleggingsfonds Analyst Rating Morningstar Rating Total Ret 1 Yr (Mo-End) EUR Total Ret Annlzd 3 Yr (Mo-End) EUR Total Ret Annlzd 5 Yr (Mo-End) EUR
Invesco Euro Corporate Bond Fund Silver ***** 5.7 12.4 6.5
Kempen Euro Credit Fund Bronze **** 8.6 12.1 4.2
Delta Lloyd Euro Credit Fund Bronze **** 8.4 9.3 5.0
MS INVF Euro Corporate Bond Bronze *** 5.3 9.0 4.0
AXA WF Euro Credit Plus Bronze **** 7.2 8.6 4.5
AXA WF Euro Credit Investment Grade Bronze *** 6.4 6.9  
(Bron: Morningstar per 12/4/2012)          

Bekijk ook Morningstar’s analyse van Delta Lloyd Euro Credit Fund om te zien hoe dit fonds scoort op de pijlers 'Management', 'Fondshuis', 'Beleggingsproces', 'Rendement' en 'Prijs' en de rol die het kan spelen in een beleggingsportefeuille.

Lees het artikel Morningstar verbetert Analyst Rating voor de betekenis van de waarderingen Gold, Silver, Bronze, Neutral en Negative.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Maarten van der Pas

Maarten van der Pas  is Financial Markets Editor bij Morningstar Benelux

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten