Fondsmanagers kleuren niet binnen de lijnen

Hogere rendementen zijn niet per definitie het gevolg van betere aandelenselecties, maar van het nemen van meer risico’s.

Jeffrey Schumacher, CFA 05 augustus, 2014 | 11:55
Facebook Twitter LinkedIn

Een kleurplatenwedstrijd voor kinderen is altijd spannend. De kunst om van een blanco kleurplaat een mooi, kleurrijk geheel te maken vereist de nodige vaardigheden. Een van de belangrijkste regels is het netjes kleuren binnen de lijnen. Diegene die de mooiste kleurencombinaties kiest en netjes binnen de lijntjes is gebleven wint de wedstrijd. Bij beleggingsfondsen lijken deze regels echter omgekeerd te werken. 

Voor het selecteren en monitoren van beleggingsfondsen is het noodzakelijk om uitgebreid onderzoek te doen naar de karaktereigenschappen van een beleggingsfonds. Een van de elementen die beoordeeld wordt is het behaalde rendement van het beleggingsfonds. Fondshuizen tonen vaak in hun presentaties mooie performancegrafieken en -tabellen, waarbij de rendementen van het fonds worden afgezet tegenover een benchmark. Het valt ons op hoe vaak er een positief rendement ten opzichte van de benchmark gepresenteerd wordt. Zijn de fondsen dan allemaal echt zo goed. Was het maar waar!

Als eerste moet een belegger controleren of de getoonde rendementen betrekking hebben op netto rendementen (na aftrek van beheerkosten) of bruto rendementen (voor aftrek van beheerkosten). Logischerwijs telt voor u alleen het netto-rendement. Een beheerder die wel zijn benchmark outperformt maar zijn kosten niet goed maakt, daar koopt u nog steeds niets voor.

Cruciaal is echter om goed te kijken naar de benchmark die is gebruikt en of deze benchmark wel past bij hoe het fonds is belegd. Een benchmark die sterk afwijkt qua beleggingsstijl (waarde- of groeiaandelen), marktkapitalisatie (large/mid/small caps), landen/regio blootstelling of sectorbloostelling, kan een misleidend beeld geven over de prestaties van het beleggingsfonds. Een grote afwijking van een portefeuille ten opzichte van de benchmark kan er voor zorgen dat de risicokarakteristieken voor het beleggingsfonds heel anders zijn dan die van de benchmark. Er ontstaat een appels met peren vergelijking.

Robeco Global Consumer Trends Equities is een fonds waarbij dit het geval is. Dit fonds heeft de MSCI World All Countries index als benchmark. Dit is een wereldwijde index inclusief emerging markets, waarbij alle sectoren in de index vertegenwoordigd zijn. Het fonds heeft daarentegen sterke concentraties op een aantal specifieke sectoren gelieerd aan het consumententhema. De onderstaande tabel laat dit duidelijk zien.

In 2013 veegde het fonds de vloer aan met de benchmark door deze met 15% te verslaan. Vooral de internet en social media aandelen droegen bij aan de forse outperformance. In 2014 is het verhaal compleet tegengesteld en blijft het fonds per ultimo juni 7,8% achter bij de MSCI ACWI index. Niet zo gek met deze sectorblootstelling. Het is wel duidelijk dat deze benchmark nietszeggend is over de kwaliteit van dit fonds en het beleggingstalent van de fondsmanagers.

Wanneer we goed kijken zien we bij meerdere fondsen opvallende afwijkingen van hun benchmark. Zo hebben veel fondsen in de Morningstar categorie Aandelen Wereldwijd Large-Cap Gemengd de MSCI World index als benchmark. Een vrij logische benchmark op het eerste gezicht. Deze benchmark bevat echter enkel aandelen uit ontwikkelde landen. Fondsbeheerders selecteren graag ook aandelen uit opkomende landen om zo de index te kunnen verslaan. Zo ook Aberdeen Global World Equity, dat 12% in opkomende landen belegt. De underperformance van 14% in 2013 zal hier deels door verklaard worden. De vraag is hoe passend de MSCI World Index hier is en waarom men zich niet spiegelt aan de MSCI ACWI index.

We zien hetzelfde wanneer we kijken naar marktkapitalisaties. Robeco BP Global Premium Equities presteert als een van de weinige fondsen over 5 jaar gemeten beter dan de MSCI World benchmark, en doet dat door voor 70% in large caps te beleggen, 22% in mid caps en 8% in small caps. De MSCI World benchmark bestaat uit 88% large caps, 12% mid caps en 0% small caps. Mid- en small caps presteerden de afgelopen jaren beduidend beter dan large-caps.

Is dit dan allemaal zo erg? We willen toch zien dat fondsen actief beleggen. Dat klopt, maar dat betekent niet dat fondsen niet gecorrigeerd moeten worden voor het genomen risico. Emerging markets zijn veel volatieler dan ontwikkelde landen, net zoals small- en mid caps risicovoller zijn dan large caps. Voor die risico’s ontvangt de belegger een risicopremie. Dat zorgt er voor dat de hogere rendementen niet per definitie het gevolg zijn van betere aandelenselecties, maar van het nemen van meer risico’s. Het wordt helemaal een kwestie wanneer het beleggingsfonds zich afzet tegen een irrelevante benchmark en die gebruikt om de performance fee te berekenen.

Voor u als belegger is het belangrijk om goed te kijken hoe de portefeuille van uw beleggingsfonds eruit ziet en aan welke systematische risico’s u wordt blootgesteld. Staar u niet blind op vergelijkingen met een niet geheel passende benchmark. Want fondsmanagers hebben wel eens de neiging om buiten de de lijntjes van het universum te beleggen. Ik vermoed dan ook dat menig fondsbeheerder vroeger nooit een kleurplatenwedstrijd heeft gewonnen.

Deze column verscheen eerder op www.belegger.nl.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Jeffrey Schumacher, CFA  is fondsanalist bij Morningstar Benelux

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten